124
4e Afd.
30 november 1956.
7e WUZIGING DER BOUW- EN WONINGVERORDENING.
Aan de Raad,
Bij Uw besluit van 22 december 1955, no. 158, werd de bouw- en woning"-
verordening dezer gemeente aangevuld met een nieuw hoofdstuk VI A
behelzende regelen betreffende schuilplaatsen bij de bouw van woningen.
Deze aanvulling was het gevolg van het Koninklijk besluit van 28 juni
1955, S 261, waarin de regelen werden gegeven waaraan krachtens het
bepaalde in het 2e lid van artikel 1 bis der woningwet voldaan moest wor-
den.
Bij Koninklijk besluit van 3 juli 1956, S 388 zijn bedoelde bepalingen in
dier voege gewijzigd, dat thans is bepaald, dat burgeemeester en wethou-
ders bevoegd zijn vrijstelling te verlenen van de voorschriften betreffen-
de de bouw van schuilplaatsen, indien vergunning wordt gevraagd voor
het bouwen van een of meer gebouwen tussen twee bestaande gebouwen
nuts, gemeten langs de voorgevelrooilijn, tussen deze gebouwen of tussen
een dezer gebouwen en de voorgevelrooilijn langs het andere gebouw geen
grotere afstand aanwezig is dan 25 meter.
Ten einde de bouw- en woningverordening in overeenstemming te bren
gen met het gewijzigde Koninklijk besluit stellen wij U voor haar te
wijzigen zoals in bijgevoegd ontwerp-besluit is aangegeven.
Heemstede, 31 oktober 1956.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
T. M. S'chelling.