279 30 november 1956. De prijsverhoging voor het water heeft bovendien niet zo veel om het lijf. Aan de hand van steekproeven bij een tiental gezinnen in de Utrecht- laan is g'ebleken dat een gezin van 12 personen f 8,per jaar meer zal moeten gaan betalen of f 0,16 per week of ruim een cent per inwoner van het huis per week. Men kan zeggen anderhalve cent, ruim genomen. Dit kan zwaar wegen, maar aan de andere kant kan men die anderhalve cent toch ook vinden als het moet. Hoe zou men bij de begroting deze zaak anders kunnen bezien. De gemeente maakt geen extra winst, het is een heel normale zaak. De f 14.000,die als winst geraamd is kan men eigenlijk ook al geen winst noemen, omdat niet afgeschreven wordt naar de vervangingswaarde. Uit het advies van de Sociaal Economische Raad blijkt, dat de over- heden met elkaar f 200.000.000,250.000.000,moeten vinden o.a. door een gelijdelijke verhoging van de tarieven der openbare nutsbedrijven. Naar sprekers mening is dit volkomen juist geredeneerd. Laat men het niet zoeken in subsidies door beneden kostprijs te leveren. Laat men het integendeel zoeken door het voedselpakket tegen kostprijs te berekenen. Naar sprekers mening krijgt men een onjuiste situatie wanneer bepaalde gemeenten, provinciën, de taktiek zouden gaan voeren waarbij de afnemer minder dan de produktieprijs betaalt. Laat men zeggen dât kost steen- kool, dât kost water en elektriciteit. De mensen moeten dan lonen ont- vangen waarmede ze dat kunnen opvangen. Dan houdt men de zaak ge- zond en overzichtelijk en weet men waar men aan toe is. Omdat de water- prijs toch verhoogd moet worden meent spreker dat nü wel over het voorstel van het college beslist kan worden. De heer Verhoeven wil de mening van de wethouder dat de winst op het water geen winst zou zijn toch even bestrijden. Wanneer de overheid nl. de afschrijving op de objecten verdeelt over de tijd waarin het geleende terugbetaald moet worden, dan doet zij precies wat ze doen moet. Moet er daarna bijv. een nieuwe machine aangeschaft worden die 10 keer duur- der is, dan kan zij rustig die machine aanschaffen. Dan leent zij weer en betaalt terug in porties die 10 keer zo groot zijn. Hier is wel degelijk sprake van winst. Als men de tarieven moet gaan verhogen is spreker van mening dat dit zeker niet bij het water gezocht moet worden. Het is een merkwaardig feit dat, ofschoon de Hollanders altijd hun stoepjes e.d. mooi plegen te boenen, de persoonlijke hygiêne nog altijd niet je van het is. Dat geldt in het bijzonder voor grote gezinnen. In grote gezinnen is men uiterst zuinig met water. Men heeft zelfs apparaten uitgevonden waardoor het mogelijk is de W.C. met een klein beetje water door te trekken. Water is een van de accomodementen van de moderne mens waaraan niet al te veel moet worden getornd. Bij een dreigende prijsverhoging van water dient dan ook nagegaan te worden of deze niet op een andere wijze kan worden opgevangen. Naar sprekers mening hoort deze zaak werkelijk bij de begroting thuis. Ook al moet een eventuele verhoging per 1 januari ingaan dan nog vindt spreker uitstel van behandeling niet bezwaarlijk omdat er hoogstens 1 meteropneming kan passeren voordat de begroting behandeld wordt. Het is de heer Ir. Kooijmans nïet erg duidelijk waarom op uitstel tot de begrotingsvergadering wordt aangedrongen. Doordat de inkoopprijs van het water duurder wordt zal toch prijsverhoging moeten plaats vinden. De heer Verhoeven: Maar niet op deze manier. De heer Ir. Kooijmans meent, dat, als men stelt dat op het water geen winst dient gemaakt te worden men verleden jaar de watertarieven ook wel had kunnen verlagen door de nu geraamde winst van f 14.000,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 12