30 november 1956.
280
daarvoor te besteden. De bestaande tarieven zijn, in verhouding met andere
plaatsen, laag. Het sociaal tarief is zeer gunstig. Zij die meer willen ge-
bruiken moeten vanzelfsprekend meer betalen. Spreker wijst er op, dat
men in Doorn voor een huis met 4 kamers en een keuken f 60,vast
tarief betaalt voor water. Spreker vraagt zich af waarom terwille van
een laag tarief met verlies moet worden gewerkt.
De heer Mr. D. van Bruggen zegt aan het aanhoudingsvoorstel te hebben
medegewerkt omdat hij meent dat het onderhavige voorstel beter bij de
behandeling van de begroting aan de orde kan worden gesteld vooral nu
het al 30 november is. Zijnerzijds is het niet zo, dat indien deze verhoging
nodig is, hij daaraan niet in een bepaalde mate wil medewerken. Het te
nemen besluit kan toch in werking treden vanaf 1 januari 1957.
De heer Beijnders gelooft dat het college de weg van de minste weer-
stand heeft gekozen door zonder meer de verhoogde inkoopprijs in een
tariefverhoging op te vangen. Wijlen de heer Disselkoen heeft indertijd
het gezinstarief ingevoerd, waardoor hij de waterbeschaving heeft bevor-
derd. Dat was echter maar een sober begin, want het aantal beschikbare
M3 water tegen gezinstarief is in maart al verbruikt. In april moet men
al zuinig doen met water en het gas, want men kan de dure prijs niet
betalen. Nu spreekt de heer van Wijk wel over een cent, maar die
kan de volle emmer net doen overlopen. Spreker zou het een wijs beleid
van het college hebben gevonden als het de tarieven in het algemeen had
bekeken zoals o.a. de tarieven voor de grootverbruikers enz.
Hoewel niet ter zake vraagt spreker waar de cijfers over de kolenclau-
sule blijven. Kan men op het raadhuis alleen maar een niet-omslachtig
rekensommetje uitrekenen en daarnaar de tarieven vaststelien? Dit kan
geen wijs beleid worden genoemd. Spreker zou de behandeling van dit
voorstel gaarne verschoven zien naar de begrotingsvergadering, waarbij
kan worden bezien om aan grote gezinnen, die jarenlang de winst van de
bedrijven hebben opgebracht, tweemaandelijks een douceur uit de gemeen-
tekas te geven. Spreker is niet tegen het winst maken door de bedrijven
maar wel is hij tegen een indirecte belasting. Als men luxe in zijn huis wil
hebben dan moet men er maar extra voor betalen. Een gezin met 6, 7 of
8 kinderen moet echter in staat gesteld worden om het noodzakelijke ge-
zinsverbruik van water ook te kunnen betalen.
De heer Mr. Van Wijk, wethouder, wijst de heer Verhoeven er op, dat,
als men voor een bepaald object tienmaal zoveel moet lenen men ook tien-
maal zoveel rente moet betalen, hetgeen de winst nadelig beïnvloed. Bur-
gemeester en wethouders zouden zeker niet met dit voorstel gekomen zijn
als hier een principiele koerswijziging aan de orde was. Hier is alleen
in de loop van een begrotingsjaar de post inkoop van water verhoogd. Het
getuigt dan volgens spreker van wijs beleid als men dan daartegenover de
post winst op het water handhaaft op de oorspronkelijke grootte. Meer is
er niet aan de orde. Men moet daarbij dan ook niet komen aandragen met
tarieven voor grootverbruikers en wijziging van het gezinstarief, want
dan gaat men iets doen dat kennelijk bij de begroting hoort te worden ge-
daan. Indien de raad bij de behandeling van de begroting principiele koers-
wijziging ten aanzien van de tarieven wil, dan kan daarover gesproken
worden. Nu vraagt het college alleen om de winst op het water te hand-
haven, een winst die de raad bij de laatste begrotingsbehandeling als juist
heeft erkend.
In dit verband is ook gevraagd naar de cijfers van de kolenclausule.
Spreker wil er op wijzen dat men die aan de hand van de begroting zelf
wel kan uitrekenen, of anders wil spreker dit nog wel op het raadhuis
laten doen.