291
30 november 1956.
hebben, zal er geen animo bestaan om te gaan bouwen. Wordt deze zeg-
genschap wel gegeven, dan kunnen er zeer zeker onbillijkheden ontstaan.
Toch zou spreker er bij het college op willen aandringen eens overleg
met de woningbouwverenigingen te plegen, althans open te staan voor
overleg.
In de tweede plaats gaan sprekers gedachten uit naar de institutionele
beleggers, die wel, zoals reeds opgemerkt, in ongunstiger financiële toe-
stand verkeren ten aanzien van woningexploitatie, doch naar gebleken is,
gaarne gelegenheid ontvangen tot het bouwen van bepaalde woning-
complexen. Deze beleggers blijken door contacten met architecten en aan-
nemers sneller te kunnen bouwen dan het nu geschiedt bij de gemeentelijke
bouw. Bovendien is het bekend, dat het onderhoud van de woningen in
eigendom van deze beleggers, in het algemeen goed is. Spreker zou het
college ernstig willen adviseren, een eventueel verzoek van institutionele
beleggers om complexen woningen te bouwen, met alle aandacht en wel-
willendheid in overweging te nemen.
Ten derde, en hier weet spreker dat hij een gevoelige plek raakt, ver-
zoekt spreker het college de woningbouw in eigen bezit te bevorderen met
behulp van instanties als de Bouwkas van Nederlandse Gemeenten. Deze
bouwkas bestaat dit jaar 10 jaar en heeft dan rond 7000 gezinnen een
woning bezorgd. Spreker zal niet ingaan op nog andere sociale zijden van
het sparen voor een eigen woning, maar hier liggen ook mogelijkheden
tot uitbreiding van de wonlngvoorraad, die niet mogen worden veronacht-
zaamd.
Ten slotte aanvullend, en dat zal op het totaal een groot percentage
moeten zijn, de gemeentebouw. Er wordt veel gesproken over de vorming
van een bouwteam of productieteam, opdrachtgever-architect en aannemer,
teneinde door nauwere samenwerking tot een snellere bouw te komen.
Mogelijk ligt hierin iets voor onze gemeente, maar dan niet zoals het wel
in sommige gemeenten geschiedt, door middel van het /fcoprüdon van
bepaalde mensen daarvoor.
Alle raadsleden bedoelen te komen tot een spoedige leniging van de
woningnood. Spreker meent, dat op grond van principiele en practische
overwegingen, van méérdere krachten kan worden gebruik gemaakt dan
onze gemeente tot nu toe gedaan heeft, door vrijwel alleen bij gemeente-
lijke bouw te blijven.
Over de vraag hoe men zal bouwen, kan spreker kort zijn. De nota
vermeldt verschillende systemen naast de traditionele bouw. S"preker
onderschrijft volkomen dat al deze systemen niet bewezen hebben deugde-
lijk en aanvaardbaar te zijn. Onlangs nam spreker van een nieuw systeem
kennis, nl. geweldige dikke maar zeer lichte betonplaten, waarvan er
2 met een kozijn er tussen een etalagygevel vormen. Het aantal benodigde
werklieden kon tot 1/6 worden gereduceerd. Het staat nog te bezien of
de bouw volgens al deze systemen goedkoper is dan de traditionele, al
gaat de bouw soms sneller, en of de duurzaamheid bevredigend is. Wij
bouwen niet alleen voor de behoefte van vandaag maar we bouwen ook
voor de toekomst. We bouwen niet alleen om beschermd te zijn tegen de
invloeden van de buitenwereld, we bouwen ook voor onze levensontplooiing.
Ten aanzien van de wijze van bouwen kan spreker zich geheel vinden in
hetgeen de nota meedeelt, maar spreker wil burgemeester en wethouders
f&ejt binden aan de toezegging dat elk systeem hun volle aandacht heeft.
De heer Verspoor zal enkele punten uit de nota van burgemeester en
f wethouders bespreken. Ten aanzien van de houtbouw woningen in Wate-
ringen was de verwachting gewekt, dat de gehele raad deze woningen zou
gaan bezichtigen. Daar is niets van gekomen omdat de bevindingen van
burgemeester en wethouders zodanig waren, dat zij de bouw van derge-
lijke woningen niet in overweging konden nemen. Nochtans is spreker