13 december 1956. J 59
Artikel 4.
Schoolgeldjaar.
Het schoolgeldjaar is gelijk aan het cursusjaar. Het omvat een periode
van 12 maanden.
Artikel 5.
Tarief.
Het schoolgeld bedraagt per leerling en per schoolgeldjaar 12,
Artikel 6.
Keductie.
Indien meer dan één kind uit hetzelfde gezin een openbare of van rijks-
wege gesubsidieerde bijzondere kleuterschool bezoekt wordt het volgens
het vorige artikel verschuldigde bedrag op een daartoe strekkend verzoek
van de schoolgeldplichtigen voor het tweede en volgende kind verminderd
met de helft.
Artikel 7.
Tussentijdse plaatsing.
1. Indien een kind in de loop van een maand als leerling van een kleuter-
school wordt ingeschreven, is het schoolgeld verschuldigd vanaf de
eerste dag van die maand, behoudens indien over de maand waarin
mschnjvmg plaats heeft, reeds op een andere school het volle
schoolgeld is voldaan blijkens een schriftelijke verklaring van burge-
meester en wethouders van de gemeente waar het kind de school
neeît bezocht, het schoolbestuur of het hoofd dier school.
2' ge°t°eridde berekening Van het schoolgeld worden de vakanties mede-
Artikel 8.
Tussentijds veriaten van de school.
Indien een leerling in de loop van het schoolgeldjaar van een kleuter-
school wordt afgeschreven, wordt ambtshalve ontheffing verleend over
zoveel volle maanden als er nadien nog in het schoolgeldjaar overblijven.
Artikel 9
Ontheffing wegens sluiting van de schooi.
Bij sluiting van de school gedurende langer dan een maand, anders
dan wegens vakantie, wordt ontheffing verleend over zoveel volle kalen-
aermaanden als de school gesloten is geweest.
Artikel 10.
Schoolgeld bij tussentijds toelaten of vertrek.
ïn de gevallen, bedoeld in de artikelen 7, 8 en 9, wordt het verschul-
digde schoolgeld berekend naar een tarief van 1,— per maand, dan wel
naar een tarief van 0,50 per maand, indien met toepassing van het be-
paalde m artikel 6, gezinsreductie is verleend.
Artikel 11.
Vrijsteiling.
1. De ouders, voogden of verzorgers, wier totale wekelijkse inkomsten