160
13 december 1956.
2. De geldlening moet worden verstrekt onder van toepassing-verklaring
van de Algemene Bepalingen voor Geldlening, zoals deze zijn vervat
in de akte op 21 februari 1956 verleden voor notaris H. W. Felderhof
te Assen.
3. De borgtocht wordt verleend onder afstanddoening van het recht van
uitwinning en schuldsplitsing door de wet aan borgen toegekend, als-
mede van de excepties en voorrechten voortvloeiende uit artikel 1887
van het Burgerlijk Wetboek.
4. Tenzij de deelnemer door het verrichten van extra stortingen reeds
zover op zijn aflossingsplan is vooruitgelopen, dat door uitstel geen
achterstand op het aflossingsplan ontstaat, zal de Bouwkas geen uit-
stel van betaling van een of meer maandelijkse termijnen toestaan
dan na overleg met de gemeente.
5. De Bouwkas zal de gemeente er zo spoedig mogelijk van in kennis
stellen, wanneer de deelnemer met de betaling van zijn maandelijkse
termijn meer dan twee maanden achterstallig is.
6. Indien de deelnemer in de tijdige betaling van rente en aflossing in
gebreke blijft, verbindt de Bouwkas zich, niet tot executie van het
onderpand over te gaan, dan na verkregen toestemming van de ge-
meente, met dien verstande, dat deze toestemming niet meer is ver-
eist, indien de deelnemer gedurende tenminste één jaar in de tijdige
betaling van rente en aflossing in gebreke is gebleven.
De door de deelnemer in deze tijd verzuimde termijnbetalingen zullen
door de gemeente worden gedaan.
Mocht executie nodig zijn om andere redenen dan niet tijdige betaling
van de maandelijkse termijnen, dan zal de Bouwkas de gemeente hier-
van onverwijld in kennis stellen.
7. Indien echter de gemeente op grond. van deze borgtocht één of meer
maandelijkse termijnen voor de deelnemer heeft voldaan, is zij ge-
rechtigd als gevolmachtigde van de Bouwkas om desgewenst zelf tot
executie van het onderpand over te gaan, onder gehoudenheid om
uit de opbrengst van het onderpand in de eerste plaats te voldoen de
bedragen wegens hoofdsom, rente en kosten, die de Bouwkas ten
tijde van de executie terzake van de bovenomschreven hypothecaire
geldlening van de deelnmer heeft te vorderen en zo deze opbrengst
niet toereikend mocht zijn, het ontbrekende, voor zover de verleende
borgtocht haar daartoe verplicht, tegelijkertijd aan de Bouwkas te
voldoen.
8. Indien voor het onderpand, uit hoofde van een subsidieregeling een
periodieke bijdrage wordt gegeven, dan dienen deze bijdragen te wor-
den aangewend tot betaling van rente en aflossing van een gedeelte
der lening, dat gelijk is aan de op basis van de voor de lening geldende
rente gekapitaliseerde bijdrage.
9. De Bouwkas heeeft zorg te dragen, dat het pand, waarvoor de geld-
lening wordt aangegaan, tijdens de duur van de borgtochtovereen-
komst zodanig tegen brandschade is en blijft verzekerd, dat de kosten
van herstel of wederopbouw volledig uit de assurantiepenningen kun-
nen worden voldaan. Zolang de gemeente borg is, heeft de Bouwkas
zorg te dragen, dat, ingeval van brand, het pand hersteld of her-
bouwd wordt.