153
13 december 1956.
Dienst gecorrespondeerd doch wij menen dat het van belang is. van ons
eevoelen te dezen aanzien tegenover Gedeputeerde Staten te doen blijken,
omdat wij van oordeel zijn dat in niet geheel voldoende mate aan ons
verlangen is tegemoet gekomen.
No°" een punt waartegen wij een bedenking op haar plaats achten wordt
gevormd door het terrein ten zuiden van de van Merlenvaart, oostelijk
van de Glipperweg tegenover de uitgang van Groenendaal naar die weg.
Zonder dit terrein bepaaldelijk nog te willen zien bestemd als ruimte
voor stads-, dorps- en ruime bebouwing c.a., zouden wij aan dit terrem
toch wel een andere bestemming willen zien toegekend dan die van na-
tuur- en recreatieruimte c..a, zoals het ontwerp-streekplan thans aangeeft.
Het komt ons voor, dat dit terrein een enigermate dichtere bebouwing
zal eisen dan de geplande bestemming toelaat. Wij zouden er daarom bij
Gedeputeerde Staten op willen aandringen, voor dit terrein een oplossmg
te vinden, waardoor aan onze wensen betreffende de toekomstige bebou-
wing van dit terrein rekening houdende met het thans geldende gemeen-
telrjke uitbreidingsplan, meer wordt tegemoet gekomen dan door de thans
aangegeven bestemming.
Tenslotte gevoelen wij het als een bezwaar, dat de provmcie niet, m
samenhang met de vaststelling van het ontwerp-streekplan, een verorde-
nin°- tot regeling van de schaden welke voor de gemeenten kunnen ont-
staan door de vaststelling van het streekplan, heeft vastgesteld. Welis-
waar bepaalt artikel 27 van de wet op het nationale plan dat de Kroon
aan de provincie de verplichting kan opleggen de hogere kosten, welke
voor de gemeente voortvloeien uit het opnemen van bepalmgen m het
gemeentelijk uitbreidingsplan als gevolg van het streekplan geheel of
gedeeltelijk aan de gemeente te vergoeden, doch het komt ons meer ratio-
neel voor, wanneer de provincie een verordening tot regeling van even-
tuele schaden voor de gemeenten ten gevolge van het streekplan zou
va,stst6lldi.
In de overtuiging dat Uw Raad zich daarmede kan verenigen, nodigen
wij U uit ons, door vaststelling van bijgevoegd ontwerp-besluit, te mach-
tigen de hierboven aangegeven bezwaren tegen het ontwerp-streekplan
voor Zuid-Kennemerland bij Gedeputeerde Staten in te dienen.
Heemstede, 5 december 1956.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard,
De secretaris,
T. M. Schelling.