13 december 1956.
306
faeeft gehoord, dat grote gemeenten voor kortlopende leningen reeds 5
moeten betalen. Als deze woningen gebouwd kunnen worden met een ge-
middelde huurprijs van 14,per week dan mag men blij zijn. Er is voor-
gesteld om de grondprijs te drukken door een bedrag uit de reserve te
gebruiken. Spreker is met de andere leden van mening, dat dit tot gevolg
zal hebben, dat het rijk deze bijdrage van de gemeente in mindering zal
brengen op de rijkspremie. Hierdoor zou de gemeente dus betalen wat het
rijk moet betalen. Bovendien is het spreker niet duidelijk hoe uit de reser-
ves die niet in kas zijn, geput kan worden. Omdat door een andere grond-
prijsberekening de huur van de woningen slechts weinig zal kunnen wor-
den verminderd kan spreker, mede gelet op de in de adviezen van de com-
missies van het grondbedrijf en van de financien neergelegde motieven,
zich met het voorstel van burgemeester en wethouders verenigen.
Het verheugt de heer Verhoeven zeei dat met de voorgestelde grond-
prijsberekening een door spreker geopperd denkbeeld in toepassing is ge-
bracht. Spreker is nl. van mening, dat men hier niet met eenheidsprijzen
van grond moet werken. Men heeft nu getracht een soort van indexcijfer
te vinden dat de waarde van de grond die gebruikt wordt aangeeft. Spreker
meent dat dit de juiste weg is die bewandeld wordt en hij hoopt dat dit
systeem ook bij volgende gelegenheden kan worden toegepast.
Het is volgens spreker voor elk raadslid een heel klein kunstje om, wan-
neer men de totale oppervlakte die hier gebruikt wordt weet, de prijs per
m2 die hier in rekening is gebracht uit te rekenen. Dat is alleen maar een
kwestie van een rekensommetje.
Spreker heeft ook gehoord dat er een aanschrijving van de minister is,
dat men met grondprijzen niet dusdanig moet knoeien dat daaruit bij pro-
cedures over onteigening van gronden, nare consekwenties voor de ge-
meente zouden kunnen voortvloeien.
Spreker gelooft dat men hier gedaan heeft wat gedaan kon worden. Hij
gelooft ook dat de gevolgde methode van grondprijsberekening de meest
billijke is die in dit geval zou kunnen worden toegepast en dat zij geen
wezenlijke invloed heeft op de hoogte van de huur.
Met de heer Zegwaart juicht spreker het toe, dat deze woningen bij
wijze van spreken ter elfder ure nog gebouwd kunnen Worden.
De heer Verspoor wil nog even rechtzetten dat hier geen sprake is van
houtrijke woningen. Men zou misschien bang zijn dat er door het toepassen
van meer hout dan gebruikelijk is, aan deze woningen veel onderhoud zou
komen, maar dat is niet het geval. Omdat de achtergrond van dit voorstel
was om voor dit jaar nog 48 woningen toegewezen te krijgen, heeft spreker
de overhaaste behandeling in de cofnmissie er deze keer graag voor over
gehad.
De heer Van Lent, wethouder, antwoordt, dat de door de commissies van
openbare werken en van volkshuisvesting gestelde vraag, door burgemees-
ter en wethouders van alle kanten is bekeken, maar het college is tot de
conclusie gekomen dat het niet mogelijk is aan het gevraagde te voldoen.
Burgemeester en wethouders zijn ook tot de slotsom gekomen dat al zou-
den met de grondprijs bepaalde manipulaties worden verricht, waarbij men
echter een grote kans loopt dat deze door het rijk niet worden aanvaard,
de uitwerking hiervan op de huurprijs slechts een kwestie van een paar
dubbeltjes zou zijn. Daar mag men niet de kans voor lopen dat men op het
bouwplan niet de rijksgoedkeuring krijgt.
Dat deze woningen betrekkelijk duurder zijn geworden dan men tot nu
toe gewend was, is in de eerste plaats een gevolg van het door de raad
vastgestelde uitbreidingsplan voor dit complex. Daarbij is nl. uitgegaan
van de gedachte dat ook in arbeiderswijken of in kleine middenstands-
buurten door het aanleggen van plantsoen een vriendelijke omgeving moet