14 februari 1957.
40
aan de bezwaren die toen tegen het ontslag van de helpsters naar voren
zijn gebracht, bij burgemeester en wethouders te bepleiten om 1 helpster
bij het openbaar onderwijs aan te stellen, hetgeen ook zijn weerslag zou
hebben voor de bijzondere scholen, zodat deze ook in staat zouden zijn
om althans ten dele in de helpsterhulp te voorzien. Met het oog op de be-
stedingsbeperking hebben burgemeester en wethouders geen aanleiding
gevonden een dergelijk voorstel te doen. Het weer aanstellen van helpsters
op de openbare scholen zal een uitgave vergen van rond 28.000,waar-
door het tekort op de begroting tot ver over de 3 ton zal stijgen. Burge-
meester en wethouders kunnen aan het voteren van deze niet strikt nood-
zakelijke uitgave geen medewerking verlenen.
Burgemeester en wethouders hebben reeds in hun memorie van ant-
woord toegezegd dat zij bereid zijn bij het opmaken der begroting voor
het volgende dienstjaar ernstig te overwegen of een bescheiden verhoging
van het bedrag voor administratiekosten per leerling mogelijk zal zijn.
Daarvoor moet een diepgaand onderzoek worden ingesteld.
Van de behoefte aan een eommissie van toezicht op de openbare lees-
zaal en bibliotheek is het college tot dusver niet gebleken. Van katholieke
zijde is tot het college het verzoek gericht om over te gaan tot de instei-
ling van een commissie van advies, ter stimulering van het bezoek aan
de katholieke leeszaal en nog andere niet omschreven doelstellingen.
Spreker heeft daarover gesproken met de geestelijk adviseur van de r.k.
afdeling. Hem bleek toen dat het eigenlijk de bedoeling was om meer in-
vloed te kunnen uitoefenen op de gang van zaken. Dit zou dus een heel
andere commissie zijn dan waarop de heer Brink doelt, nl. een commissie
van advies zoals die in de gemeente Haarlem bestaat. Burgemeester en
wethouders stellen zich op het standpunt dat geen commissie, bestaande
uit uitsluitend leden van één bepaalde groep, kan worden benoemd die in-
vloed zou kunnen uitoefenen op de taak die aan het college en speciaal
aan het betreffende lid van het college, is toevertrouwd. Wanneer zou
blijken dat behoefte wordt gevoeld aan een speciale commissie, omdat de
commissie van het onderwijs terzake niet voldoende deskundig wordt ge-
acht, dan zullen burgemeester en wethouders zich beraden of het geen
aanbeveling verdient een commissie van toezicht in het leven te roepen
zoals die in Haarlem bestaat.
Spreker ziet er geen enkel bezwaar tegen, en zal daaraan zoveel moge-
lijk medewerken, om bij het aanschaffen van boeken aan wensen tegemoet
te komen die van bepaalde zijden naar voren zullen worden gebracht.
Persoonlijk is spreker van mening, dat de commissie van het onderwijs
voldoende deskundig is en veel meer kan worden ingeschakeld, zoals dat
ook bij de oprichting van de bibliotheek gebeurde. Z.i. kan dus volstaan
worden met meer contact met de onderwijscommissie.
Spreker wil nog even ingaan op het gesprokene door de heer Brink, die,
ten aanzien van het door burgemeester en wethouders uitgebrachte rap-
port over de woonruimteverdeling, heeft gezegd dat alles correct is maar
dat er desalniettemin beslissingen genomen zijn waarop gerechtvaardigde
kritiek mogelijk is. Voordat dit rapport verscheen hebben burgemeester
en wethouders met de heren Verhoeven en Zeelenberg de inhoud daarvan
besproken, waarop werd overeengekomen het rapport vertrouwelijk aan
de leden van de raad te doen toekomen. De bedoeling hiervan was dat niet
steeds weer op ditzelfde onderwerp zou worden teruggekomen. Het rap-
port heeft uitgewezen dat in geen enkel geval de kritiek gerechtvaardigd
was. Spreker betreurt het daarom zeer dat de heer Brink, namens zijn
fractie, zich deze woorden heeft laten ontvallen. Burgemeester en wet-
houders staan thans op het standpunt dat het rapport gerust openbaar
kan worden gemaakt en dus ook aan de pers kan worden verstrekt.
Spreker begrijpt dat het i.v.m. de investeringsbeperking op het ogenblik