41
14 februari 1957.
onmogelijk is om de bestaande plannen voor een nieuw zwembad, die wel-
dra aan de commissie ad hoc zullen worden voorgelegd, te realiseren. De
bouw van dit bad is nu nog urgenter geworden i.v.m. de wensen die in
katholieke kring gerezen zijn ten aanzien van de uitbreiding van de r.k.
begraafplaats, waarvoor de oude zwemvijvers moeten worden gesloopt.
Spreker zou dan ook gaarne zien dat de hele raad zich bewust is van de
grote noodzakelijkheid om zo spoedig mogelijk tot de bouw van het nieuwe
zwembad over te gaan.
De heer van Houten, wethouder, wil allereerst gaarne een woord van
dank tot de heren fractieleiders spreken voor hun zo belangwekkende al-
gemene beschouwingen, waarbij gelukkig de kritiek ook niet achterwege
is gebleven. Als de kritiek welwillend is en in opbouwende geest, dan
staat het college daar zeer zeker altijd voor open. Dit kan slechts verhel-
derend werken, de discussie over een bepaald onderwerp verdieperi en
leiden tot een beter begrip en waardering voor elkanders standpunt. Dank-
baar is het college voor de suggesties die naar aanleiding van de begroting
van verschillende zijden gedaan zijn. Ook spreker wil graag een woord
van dank richten tot de ambtenaren en dan meer speciaal tot hen die, in
welke vorm ook, hebben medegewerkt aan het tot stand komen van deze
begroting.
Helaas is het ook dit jaar niet mogen gelukken tijdig de beschikking
te krijgen over de benodigde gegevens voor de samenstelling van de be-
groting, welke dan verder ter secretarie verwerkt moeten worden. Ver-
schillende omstandigheden zijn hiervan de oorzaak geweest, Het college
hoopt echter dat de volgende begroting belangrijk eerder zal kunnen ver-
schijnen dan thans het geval is geweest.
In de begrotingsnota en in de memorie van antwoord op het afdelings-
onderzoek heeft het college zijn standpunt, hetwelk het ten aanzien van
de verschillende vraagstukken heeft gemeend te moeten innemen, kenbaar
gemaakt, alsmede de wijze waarop het college zich voorstelt het verdere
financiele beleid te voeren. Het zou spreker te ver voeren op het ogenblik
nog verscheidene onderwerpen apart uitvoerig te behandelen, maar onge-
twijfeld is hiervoor zo nodig nog gelegenheid bij de puntsgewijze behan-
deling van de gestelde vragen. Voor één punt wil spreker echter een uit-
zondering maken, nl. de straatbelasting.
Na het verschijnen van de begroting kwam uit verschillende besprekin-
gen vrijwel vast te staan, dat slechts één bepaalde en beperkte groep van
inwoners, nl. de huiseigenaren, zou moeten zorgen voor een relatief kleine
vermindering van het nadelig saldo van de begroting, middels de voorge-
stelde verhoging van de straatbelasting. Dit nu werd, onder de gewijzigde
omstandigheden, door de meerderheid van het college niet geheel verant-
woord geacht, weshalve het college, bij meerderheid van stemmen, besloot
het voorstel tot verhoging van de straatbelasting voorlopig in te trekken.
Het college is echter bereid om, bij de totstandkoming van de aangekon-
digde verhoging van de huren, dit punt nader onder ogen te zien. Temeer
klemt dit, omdat na de opstelling der begroting, enige nieuwe lasten het
tekort op de begroting zijn komen verhogen met ruim een ton, waardoor
het tekort inmiddels tot ongeveer 3 ton is opgelopen. Hiervan is door de
voorzitter reeds een specificatie gegeven. Hoewel afgewacht moet worden
in hoeverre de straks te verwachten voorschriften inzake de bestedings-
beperking, de voorgenomen gemeentelijke uitgaven zullen besnoeien en
daardoor van invloed zullen zijn op het saldo der begroting, wil spreker
er toch met nadruk op wijzen, dat het onttrekken van een bedrag van 3
ton aan de reserve om het gat in de begroting te stoppen, toch wel aan
de stijve kant is. Deze situatie kan zich een enkele maal voordoen, maar
het zou z.i. voor onze gemeente bepaald niet verantwoord zijn indien dit
redmiddel te gemakkelijk zou worden gehanteerd. Bij het voteren van