14 februari 1957.
64
60.000 auto's zijn ingevoerd, uitmakende 20 van het totaal aantal in
ons land aanwezige auto's, afgezien nog van het aantal auto's dat hier
gemaakt is. Spreker wil dan ook de economen van de koude grond heke-
len die van oordeel zijn dat alleen de loonsverhogingen en de verbetering
van de vakantietoeslag en nog wat andere gunstige bepalingen die in de
loop van 1956 voor de werknemers tot stand zijn gekomen, oorzaak van
de misêre zijn waarin we op het ogenblik verkeren.
Het is bekend, dat bij de regering het voomemen bestaat om het sparen
te bevorderen door een gepremiëerde spaarregeling. Dit lijkt spreker een
heel verstandig besluit omdat dit, naar sprekers overtuiging, naar 3
kanten gunstig zal werken. Op de eerste plaats kunnen zij die nog niets
hebben, tot bezitsvorming komen, op de tweede plaats houdt men daar-
door het geld uit de consumptieve sfeer, waardoor dus het nu gestelde doel,
consumptiebeperking, wordt bereikt en op de derde plaats verkrijgt men
daardoor kapitaal dat weer ten nutte van het bedrijfsleven kan worden
aangewend en waaraan op het ogenblik zo'n grote behoefte bestaat.
Spreker had behoefte deze materie even naar voren te brengen, waarbij
hij hoopt, dat, als dergelijke voorstellen ter tafel komen, het college hier-
aan zeer emstig aandacht zal schenken.
Het terugnemen van het voorstel tot verhoging van de straatbelasting
zit voor spreker gekoppeld aan de tariefsverhoging van het water. Spre-
ker heeft reeds gewezen op de afspraak die door de 3 gesprekpartners in
de S.E.R., de overheid, de werkgevers en de werknemers, is gemaakt.
Spreker wil dan ook alles doen wat tot het houden van die afspraak kan
medewerken.
In de commissie voor de bedrijven heeft spreker zijn standpunt over
verhoging van de waterprijs reeds uiteengezet. De wethouder heeft van-
morgen gezegd dat deze verhoging overeenkomt met de prijs van een
sigaret per week. Hij vergeet echter dat ook de suiker- en de theeprijs
verhoogd is, de theeprijs nota bene kort voordat de grote theeveiling in
Amsterdam plaats vond, waar bleek dat de prijzen aanmerkelijk waren
gedaald en dat er een tendens is tot nog grotere daling. Voorts komt er
een huurverhoging, waarvoor dan waarschijnlijk 2 compensatie zal
worden gegeven. Deze compensatie komt spreker echter onvoldoende voor,
want iemand met b.v. een inkomen van f 70,zal f 1,40 ontvangen, waar-
bij dus, wil de huurverhoging geheel gecompenseerd zijn, de huur niet
meer mag bedragen dan f 5,60. Men zal zich echter afvragen of derge-
lijke huren nog bestaan. A1 deze meerdere uitgaven beschouwende komt
men wel tot de conclusie dat vele mensen in de toekomst helemaal niet
meer zullen kunnen roken.
De werknemers hebben dus hun woord gegeven dat zij hun medewer-
king zullen verlenen aan de bestedingsbeperking. Deze toezegging zal
door hen tot de laatste halve cent worden ingelost, want hun wordt elke
week of maand de rekening gepresenteerd ten aanzien van hun loon of
salaris en aan de andere kant door verhoging van de prijzen. Waar de
zaken zo liggen kan en mag spreker, als dat niet strikt noodzakelijk is,
niet medewerken aan verhoging van tarieven voor gas, elektriciteit of
water. De lijn doortrekkende wil spreker reeds nu meewerken door het
niet verhogen van de straatbelasting. Normaliter staat spreker, evenals
het college, op het standpunt dat de bedrijven winst moeten opleveren.
Alleen voor dit jaar wil spreker hiervan afwijken. Ook het psychologisch
element n.l. dat men nu over zou gaan tot een niet noodzakelijke verho-
ging van de prijzen, vormt voor spreker een bezwaar om tariefsverhoging
goed te keuren. Wel wil spreker aan het eind van het jaar opnieuw over
verhoging van de tarieven spreken.
De heer Reijnders is het roerend met het gesprokene door de heer
Zegwaart eens, behalve met de passage over de spaarregeling. Spreker