75 14 februari 1957. De heer van Houten, wethouder, zegt, dat het college gaame bereid is deze zaak nader te bekijken. De Voorzitter merkt op, dat dus alleen subsidie gevraagd wordt voor die gevallen waarin de ouders werkelijk niet in staat zijn om de kosten te betalen. De heer Verhoeven zegt, dat er gevraagd is een lijst over te leggen van de uitgezonden kinderen. Daar staan alle gevallen op ook van die waarin de ouders het zeïf kunnen betalen en het ook hebben betaald, Er wordt dus een bijdrage gevraagd van 100,— in het totaalbedrag van 810,dat de uitzending gekost heeft. De Voorzitter constateert, dat als de gevallen waarin de ouders zelf kunnen betalen afvallen, er slechts een klein aantal overblijft. Men moet er echter ook rekening mee houden dat voor de kinderen geen kostgeld betaald behoeft te worden. Bovendien krijgt men kinderbijslag. De heer Zegwaart wijst er op, dat als de kinderen uitgezonden worden, zij toch een uitzetje aan kleren moeten hebben. De heer Verhoeven zegt, dat in de gevallen dat geen uitzetje betaald kan worden, de St.-Vincentiusvereniging daarvoor zorgt. Dat komt er nog bij. De Voorzitter zegt toe, dat het college de zaak opnieuw zal bezien. Punt 18. Volgno. 188. Subsidie aau diverse verenigingen. De Voorzitter heeft een vergadering meegemaakt van het overkoepe- lingsorgaan voor de speeltuinen, waarin verschillende wensen naar voren zijn gebracht. Er is spreker toch wel gebleken, dat het speeltuinwerk tot nu toe wel enigszins stiefmoederlijk is bedeeld. Spreker heeft in die ver- gadering onderstreept, dat het speeltuinwerk niet in de eerst plaats een zaak van de gemeente moet worden, doch een zaak van het particulier initiatief, waarbij de ouders bereid moeten blijven om voor hun kinderen een offertje te brengen. Töch is spreker wel duidelijk geworden, dat in deze wat meer van de gemeente kan worden verwacht. Nader is door het college voorgesteld de oorspronkelijke subsidie voor de speeltuinver- enigingen voor één jaar te verhogen met 200, Zoals in de memorie van antwoord reeds is medegedeeld, ligt het in de bedoeling om voor het speeltuinwerk een commissie ad hoc in te stel- len, die zich door deskundigen kan doen bijstaan, terwijl een secretaris zal worden toegevoegd, Tenzij de raad de benoeming aan zich zou willen houden zou de voor- zitter in die commissie willen benoemen de heer van der Linden tot voor- zitter en de heren Brink, Dijkstra en Verspoor tot leden. Deze verklaren zich bereid een benoeming in de commissie te zullen aanvaarden. De raad kan zich met een en ander geheel verenigen en laat de benoeming aan de voorzitter over. De heer van der Linden is dankbaar, dat de vergadering van het over- koepelingsorgaan dit resultaat heeft afgeworpen. Dit is de manier om precies te weten te komen. wat op het gebied van het speeltuinwerk nodig is. Spreker zal daaraan gaarne zijn bescheiden krachten geven. Punt 21. Hoofdstuk V. Volkshuisvesting. Het heeft mevr. van der Meulen enigszins teleurgesteld, dat het col- lege geen aanleiding heeft gevonden om voor de bouw van een bejaarden- centrum een memoriepost in te stellen. Wanneer spreekster het goed be- grepen heeft zullen memorieposten voor objecten werkelijkheid worden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 64