25 april 1957
103
III. AANLEG VAN EEJN PAD NAAR DE BRUG OVER DE KEER-
SLUIS IN DE LEIDSEVAART.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
35. Aanleg pad naar brug over keersluis in de Leidsevaart.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor openbare werken zich
hiermede kan verenigen.
De heer Reijnders kan met de aanleg van dit pad akkoord gaan. Spreker
is het er niet mee eens dat de kosten ten laste van het Grondbedrijf zullen
worden gebracht. Daardoor toch zal de grondprijs van de daar liggende
bouwterreinen worden verhoogd, terwijl het pad ten algemene nutte is.
De heer Ir. Kooijmans vraagt of burgemeester en wethouders het nodig
achten om nu. een bedrag van bijna f 8000,uit te geven voor de aanleg
van deze tijdelijke weg. Spreker is n.l. van mening dat vele mensen die
daar wonen niet van de brug gebruik maken om naar het station te gaan,
omdat zij een auto hebben.
De heer Mr. Dr. van Bruggen vraagt of het niet beter is met deze uit-
gave, in verband met de bestedingsbeperking, nog even te wachten.
De heer van Lent, wethouder, antwoordt, dat deze brug is gebouwd ten
gerieve van de wielrijders en voetgangers en ter ontlasting van het verkeer
over Herenweg en Zandvoortselaan. Hiervoor is een uitgave gedaan van
f 21.500,De brug kan nu echter niet gebruikt worden omdat er geen
toegangspad is. Burgemeester en wethouders zijn er van overtuigd dat
van de brug een druk gebruik zal worden gemaakt door voetgangers en
wielrijders die naar het station Heemstede gaan.
Burgemeester en wethouders zullen alles doen om zoveel mogelijk aan
de bestedingsbeperking 'mede te werken, maar op de door spreker zoëven
genoemde gronden zijn burgemeester en wethouders van mening dat deze
uitgave gevoteerd kan worden, terwijl zij, juist om de urgentie van het
geval, van oordeel zijn dat hiervoor goedkeuring van gedeputeerde staten
zal worden verkregen.
De heer van Houten, wethouder, zegt, dat burgemeester en wethouders
hebben gemeend een relatief klein bedrag om te moeten slaan over het
grote aantal m2 van dit complex. Deze figuur is inderdaad nieuw en er
zou wat voor te zeggen zijn om de gemeente die weg te laten betalen.
Het college was van mening dat er geen overwegende bezwaren tegen
betaling door het grondbedrijf waren.
De heer Verhoeven is er tegen om deze uitgave ten laste van het grond-
bedrijf te brengen, omdat het camouflage is. Boekt men dit op het grond-
bedrijf dan worden de prijzen van die gronden verhoogd. Spreker wil dit
zien als een normale uitgave van de gemeente rechtstreeks. Spreker is er
zeker van dat, als burgemeester en wethouders straks kans zien om die
grond te verkopen, zij er rekening mede zullen houden dat er al voorzie-
ningen ten behoeve van die grond zijn getroffen, hetgeen dan ongetwijfeld
in de verkoopprijs zal worden verdisconteerd.
De heer van Houten, wethouder, heeft daar geen bezwaar tegen.
De heer Reijnders zegt, dat het hier nu wel een kleinigheid betreft, maar
spreker zou het toch willen doen om de principiële kant van de zaak.
De heer van Lent, wethouder, kan hiermede akkoord gaan mits aan
particulieren die hier gronden hebben t.z.t. een evenredig bedrag in reke-
ning gebracht zal worden.