29 mei 1957. 124 hoeven alleen in de parterre en eerste verdieping enige verbouwingen te worden gedaan. Om te illustreren hoe groot de behoefte is aan ruimte voor de jeugdorganisaties, wijst spreker op de padvindersgroep „De Heemsteed- se trekkers" die gehuisvest is in een houten krot aan de Cruquiusweg dat nergens op lijkt. Bij acties als het inzamelen van kerstpakketten zakken de pakketten door de vloer of zij regenen nat vanwege de lekkages. Deze jeugdzorg is even belangrijk als de B.B. Wanneer de jongens in dit houten krot moeten blijven, kan de leiding van de troep er haast niets mee be- ginnen. Zij moeten nu eenmaal niet alleen buiten maar ook binnen be- paalde werken en oefeningen kunnen doen. Na een gesprek dat spreker over deze zaak ten raadhuize heeft gehad, had hij de illusie dat deze troep in het bouwhuis zou kunnen worden ondergebracht op een zodanige ma- nier dat deze ruimte ook door andere troepen zou kunnen worden gebruikt maar ook op andere momenten dan de zaterdagmiddag door bijv. fanfare- corpsen e.d. Men vraagt geen luxe lokaliteiten doch alleen maar een goede, droge, verlichte en ventileerbare ruimte. Dat dit 30.000,moet kosten wil er bij spreker niet in. Voor dat bedrag kan men een eenvoudig huis bouwen. Wat hier gedaan moet worden is niet anders dan een aantal muren slopen en misschien een zolder een beetje aftimmeren. Als men een nieuw clubhuis bouwt zal dat f 10.000,— kosten. Hier moet ergens een rekenfout zitten. Dat men in deze situatie er vanaf gaat zien om dit toch werkelijk nuttig te maken gebouw met half werk buiten het bereik van deze padvinders te houden, kan sprekers instemming niet krijgen. Spre- ker is natuurlijk nolens volens door de omstandigheden gedwongen, bereid mede te werken aan allerlei bestedingsbeperkingen die nodig zijn, maar hier spannen we het paard achter de wagen. Deze jeugdzorg verdient wer- kelijk actieve medewerking van de overheid, niet alleen met de mond maar ook met de daad. Niet alleen de door spreker genoemde troep is onvoldoende gehuisvest. De gemeentelijke overheid moet hier een daad stellen. Spreker geeft het college dus in overweging dit vraagstuk nog eens te bezien. Voorzitter: „Dit impliceert toch niet dat u tegen de rest van het voorstel bent De heer Mr. Zeelenberg: ,,Wel als U het koppelt." De Voorzitter zegt dat niet het coliege doch de heer Zeelenberg deze zaak koppelt. Spreker wijst er voorts op, dat door de Commissaris der Koningin meerdere malen is aangedrongen op de inrichting van een com- mandopost B.B. Heemstede is een P.H.B.B. gemeente d.w.z. een half A gemeente waar de commandopost verbonden moet zijn met de hoofd- commandopostDe inrichting van deze post is in dit gebouw nu mogelijk. De kosten daarvan worden betaald door de Kring Haarlemmermeer van de B.B. De heer Mr. Zeelenberg merkt op, dat hij dus graag zou zien dat de jeugdzorg als het ware in het zog van de B.B. zou worden meegezogen. Het is de heer van der Linden opgevallen dat in de ontworpen woning voor een politie-beambte een badcel is vergeten. Spreker verzoekt deze vergissing te herstellen. De heer Verspoor sluit zich aan bij het betoog van de heer Zeelenberg. Ook de heer Verhoeven onderschrijft dit en stipt aan dat alle jeugd- organisaties in onmogelijke krotten zijn ondergebracht. Spreker wil graag van de wethouder horen hoe het komt dat deze verbouwing f 30.000, moet kosten. Zou dat minder zijn, dan is er altijd te bepleiten dat daar iets gemaakt wordt dat, hoewel minder luxueus, toch bruikbaar is. De Voorzitter constateert, dat nu eigenlijk aan burgemeester en wet-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 13