131
29 mei 1957.
stander van is, omdat hij uit praktijkervaring weet welke twistpunten zich
op dit gebied voordoen. Spreker zegt toe dat de nog voorradige tussen-
meters geplaatst zulien worden, terwijl spreker hoopt spoedig nieuwe
meters te kunnen kopen opdat met de plaatsing kan worden doorgegaan.
Warmwaterdoorstroomapparaten.
De heer Verspoor zegt dat burgemeester en wethouders voornemens zijn
20.000,te bezuinigen in verband met de bestedingsbeperking op de
post van f 55.000,— voor de aankoop van geijsers. Spreker vraagt op welke
wijze deze bezuiniging zal plaats vinden.
De heer Mr. van Wijk, wethouder, antwoordt, dat het de bedoeling is
om de nieuwbouw wel van geijsers te voorzien, maar voor het overige
de verstrekking even af te remmen, behoudens een enkele uitzondering.
Straatverlichting.
De heer Verspoor zegt, dat het college ook voornemens is het krediet
van 30.000,voor de reorganisatie van de openbare verlichting voor-
lopig niet te besteden. Spreker vindt het wel erg jammer dat het over-
schakelen van gaslantaarns op elektrische geen doorgang zal vinden omdat
dit toch een grote kostenbesparing zal geven.
De heer Mr. van Wijk, wethouder, is het met de heer Verspoor eens.
Spreker betwijfelt echter of op het moment toestemming verkregen zal
worden voor de aanschaffing van een grote serie armaturen en verlichtings-
masten. Dit is naar sprekers mening wel een van de posten waarmede zo
gauw als het weer kan moet worden doorgegaan, omdat deze uitgave haar
rente opbrengt. Aan de oude gaslantaarns wordt haast niets meer gedaan,
ze staan er verveloos bij, zodat uitstel niet te lang meer kan duren.
Gas-, water- en eiektriciteitstarieven.
De heer Verspoor vraagt, wanneer de nieuwe tarieven voor gas, water
en elektriciteit in behandeling komen.
De heer Mr. van Wijk, wethouder, antwoordt, dat deze in de volgende
vergadering aan de orde zullen worden gesteld.
Huurverhoging.
Mevr. van der Meuien zegt, dat binnenkort een huurverhoging van 25%
zal worden ingevoerd. Voor de onbewoonbaar verklaarde woningen maar
ook voor een aantal woningen die daarmede gelijk te stellen zijn, betekent
dat een grote onbillijkheid. Spreekster vestigt de aandacht op een be-
paling in de Huurwet waarbij burgemeester en wethouders hetzij uit eigen
beweging hetzij op verzoek van de bewoner of de eigenaar, aan de minister
advies kunnen uitbrengen om de huurverhoging voor deze woningen niet
te doen gelden.
De heer van Lent, wethouder, vindt het heel moeilijk om nu al te zeggen
hoe in deze gehandeld moet worden, omdat de wet nog niet van kracht is.
Bij de vorige huurverhoging is een huurcommissie in het leven geroepen
waar bezwaren tegen huurverhoging konden worden ingediend. Hiervan
is niet veel gebruik gemaakt. Dit kan later nog wel eens bekeken worden.
De heer Reijnders meent dat het college nu al reeds kan bepalen welke
woningen, omdat daar toch niets meer aan gedaan wordt, niet voor huur-
verhoging in aanmerking komen. Als de huurverhoging dan in werking
treedt kan het initiatief direct van burgemeester en wethouders uitgaan.
Mevr. van Nispen vraagt, wie uitmaakt welke woningen dat zijn.