29 mei 1957. 132
De Voorzitter onderschrijft dat dat de moeilijkheid is. Als een huurder
meent dat zijn woning niet aan normale eisen voldoet kan hij zich richten
tot het college dat eventueel de minister adviseert de huurverhoging m
toe te passen. Het college zal zich hierbij wel doen voorlichten door de
huurcommissie of openbare werken. Wat de heer Reijnders beoogt is onuit-
voerbaar.
De heer Keijnders meent, dat als men in het bezit is van een behoorlijke
woningcartotheek, dit uit te maken is.
De heer van Lent, wethouder, zegt, dat men aan de opbouw van een
woningcartotheek bezig is. De moeilijkheid in deze zal met liggen bi] de
onbewoonbaar verklaarde woningen.
De heer Mr. Zeelenberg noemt de door de heer Reijnders voorgestelde
gang van zaken, de omgekeerde wereld.
Mevr van der Meulen heeft deze zaak aan de orde gesteld omdat er tal
van huurders zullen zijn die met deze mogelijkheid niet °Pj;e -ester
ziin Vandaar ook dat men waarschijnli]k m de wet aan burgemeester
en wethouders de bevoegdheid heeft verleend om uit eigener bewegmgzich
met een advies tot de minister te wenden.. Tot nu toe gmgen de huuf
verhogingen over kleine bedragen. Nu het over grotere bedragen gaat
is het wenselijk dat van burgemeester en wethouders t.z.t. een ad^ie®
uitgaat en ook dat de mensen die het betreft op de hoogte worden gesteld
van deze mogelijkheid.
De Voorzitter zegt dat iedereen geacht wordt de wet te kennen. Boven-
dien worden de bfpaiingen van de huurverhoging in de couranten ge-
Dubliceerd. Mevr. van der Meulen kan met verlangen dat burgemeester
en wethouders dit extra werk gaan verrichten. Spreker kan m dit stadium
geen positief antwoord geven.
Mevr. van der Meulen hoopt dan op een antwoord in een later stadium.
Hierna sluiUie Voorzitter de vergadering.
/g De voorzitter,
De secretaris,