117 29 mei 1957. In de toekomst zou spreker geen bedrag willen noemen en hij zou er waarschijnlijk ook niet voor voelen om een bepaald percentage beschik- baar te stellen, doch er rekening mee willen houden hoe groot de kerk in verband met de bestaande behoefte moet zijn. De heer van Bruggen heeft daar ook al reeds op gewezen. In het algemeen is het bij de katholieken zo, dat men bij voorkeur de grenzen van de parochies laat samenvallen met de grenzen van de ge- meente. Ten plattelande zijn dienaangaande uitzonderingen. Natuurlijk komen er bij het niet samenvallen van de grenzen vraagstukken opdoe- men i.z. samenwerking met andere gemeenten. Dit behoeft hier eigenlijk niet vastgelegd te worden. Wat mevr. van der Meulen gezegd heeft toont de noodzaak aan om deze kwestie nog eens commissoriaal te bekijken. Op voorhand kan spre- ker al wel zeker zeggen, dat zijn fractie zich er absoluut tegen zal ver- zetten dat iedere belangrijke geestelijke stroming met een kerk gelijk zal worden gesteld. Zijn fractie ziet niet dat geestelijke stromingen reli- gieuse strevingen zijn naar God. Daarom kan zij een andere redactie dan de voorgestelde beslist niet onderschrijven. Spreker onderschrijft de gedachte van de heer Zeelenberg dat het ge- wenst is hier en daar tot een andere redactie te komen, waarom liet z.i. verstandig zou zijn als de burgemeester het verzoek van de heer Zeelen- berg nog eens zou willen overwegen. De heer Reijnders is erg blij dat dit voorstel ter tafel ligt. Dit is van spreker geen propagandagebaar. De vorige maand kon spreker mededelen dat de Prot. Chr. Werkgemeenschap zich met deze materie zeer grondig heeft bezig gehouden. Bovendien heeft de Bond van socialistische raads- leden in haar orgaan hieraan een artikel gewijd zoals geen enkele courant het heeft gedaan. Spreker zal alleen spreken over de financiële kant van de zaak. Spreker is het niet ten volle met de heren van Bruggen en Ver- hoeven eens als zij zeggen dat het bouwen van nieuwe kerken nu niet meer uit de giften van particulieren kan worden bekostigd in tegenstelling met vroeger. Spreker is van mening, dat de leden van de kerk moeten meedragen aan de bouw van het Godshuis. Door de Ned. Herv. Kerk in deze gemeente is ten deze een goed voorbeeld gegeven toen zij indertijd een der Nijmeegse kerken adopteerde en niet vroeg waar het geld vandaan moest komen. Spreker hoort Ds. Nieuwenhuizen nog van de kansel zeg- gen: „dat zal er komen, we zullen het uitgeven en jullie zullen het moeten opbrengen". Spreker gelooft dat dit nog steeds de juiste weg is. Spreker zal namens zijn fractie komen met een voorstel om het le lid van artikel 3 als volgt te lezen: „Tot de voor subsidie in aanmerking komende stichtingskosten behoren die van de stichting van het gebouw en die van de daarvoor bestemde installatie voor verwarming". Zijn fractie staat op het standpunt, dat in de grondprijs niet gesubsidieerd dient te worden om te voorkomen, dat er grondspeculaties plaats vinden. Vervolgens zou spreker graag een artikel in de verordening willen zien opgenomen, dat de subsidie ten laste van de kapitaaldienst wordt gebracht. Een dergelijk bedrag dient z.i. over een groter aantal jaren verdeeld te worden, zodat ook de jeugd meebetaalt aan hetgeen waarvan zij profiteren. Ten slotte staat spreker op het standpunt, dat het, gezien al de voor- gestelde wijzigingen, beter is dat er een commissie ad hoc wordt benoemd die deze zaak nog eens onder de loupe kan nemen. De Voorzitter herinnert er aan, dat burgemeester en wethouders op een verzoek van de Kerkeraad der Gereformeerde Kerk om subsidie te ver- lenen in de bouw van een kerk, afwijzend hebben beschikt. Nadien heeft genoemde Kerkeraad een gelijk verzoek gericht tot de raad, hetwelk in handen van het college is gesteld om preadvies. Het thans voorliggende ontwerp-besluit heeft in de boezem van het college aanleiding gegeven

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 6