I
r\
69
2e Afd.
27 juni 1957.
le WIJZIGING UITKERINGS- EN PENSIOENVERORDENING
WETHOUDERS.
Aan de Raad,
Gedeputeerde Staten dezer provincie hebben bericht, dat het naar hun
oordeel aanbeveling verdient, ter voorkoming van elke schijn van wille-
keur in artikel 2; 3e lid, van de op 21 maart 1957 door Uw College vast-
gestelde „Uitkerings- en pensioenverordening wethouders" te bepalen,
dat omtrent de voortzetting van een geëindigde uitkering alsmede over
de termijn van voortzetting door de raad zal worden beslist.
Er bestaat naar mijn mening geen enkel bezwaar tegen aan deze wens
tegemoet te komen, waarom ik U moge voorstellen tot wijziging van ge-
noemde verordening over te gaan door vaststelling van bijgevoegd ont-
werp-besluit.
De brief van Gedeputeerde Staten is voor U bij de stukken ter inzage
gelegd.
In deze brief verzoeken Gedeputeerde Staten tevens om een herziening
van de verordening in verband met het bepaalde in artikel 8 van de wet
van 31 januari 1957, Stbl. 30, houdende beperking van de uitbetaling van
de pensioenen van o.m. gewezen wethouders ener gemeente zomede van
de pensioenen van hun weduwen bij gelijktijdige aanspraak op een pen-
sioen krachtens de Algemene Ouderdomswet. Regeling van deze materie
in een afzonderlijke verordening acht ik echter wenselijker, weshalve ik
Uw College een daartoe strekkend voorstel afzonderlijk aanbied.
Heemstede, 19 juni 1957.
De burgemeester van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
1
De raad der gemeente Heemstede;
Gezien het voorstel van de burgemeester;
Mede gezien de brief van Gedeputeerde Staten van Noordholland d.d.
8 mei 1957, afdeling 3A, no. 239;
BESLUIT:
de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders, vastgesteld bij
raadsbesluit van 21 maart 1957, no. 32 te wijzigen in dier voege, dat ar-
tikel 2, 3e lid als volgt wordt gelezen:
In bijzondere gevallen kan de uitkering bij besluit van de raad worden
voortgezet voor een, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6, vast
te stellen termijn, welke op dezelfde wijze kan worden verlengd.
Dit besluit wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 september
1956.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 27 juni 1957.
De secretaris,
itter,