27 juni 1957.
141
dat Heemstede ook van Haarlem altijd nog zonder winst laten we een
egenblik het standpunt van Haarlem ten deze overnemen met verlies,
een ander product ontvangt, dat toch wel in hetzelfde vlak ligt, n.l. gas.
Nu kan men wel redeneren dat Haarlem goedkoop gas van de Hoogovens
ontvangt en als het dat gas nu maar zonder meer doorlevert aan Heem-
stede en niet vermengt met eigen productiegas, wat veel duurder is, nog
verdient op het gas, want het Hoogovengas is goedkoper dan de prijs die
Haarlem aan Heemstede in rekening brengt. Naar sprekers mening is deze
redenering eenzijdig en moet men de mengprijs nemen, om een biliijk
standpunt in te nemen.
Het uitgangspunt is dus dat er iets met Haarlem bereikt is. Of het het
onderste uit de kan is, kan een koopman nooit zeggen. Wanneer men van
een overheidslichaam een dergelijke toezegging heeft als zojuist genoemd,
dan moet men toch op zijn ininst beginnen met deze te aanvaai den en
te vertrouwen en dan mag men het niet anaers noemen, tenzij men kan
aantonen dat het anders is. Het waren in deze geen kippenboeren maar
gemeenten, die met elkaar onderhandelden, op het plan waarop dit be-
hoort te gebeuren.
Het voordeel dat uit de onderhandelingen voortvloeide bestond hierm,
dat wij elektriciteit konden betrekken voor ongeveer 280.000,lager dan
met het oude contract in 1956 zou zijn betaald, mits wij voor het gas
f 140.000,meer betaalden. Daar zit voor Heemstede dus een voordeel in
van 140.000,Nu zal men zeggen, hoe komt het dan dat het college
nu met tarieven komt die niet zonder meer een verlaging inhouden van
140.000,maar aileen voor elektriciteit een verlaging van 50.000,
en voor gas een verhoging van ongeveer 135.000,Dat komt omdat de
werkelijke kolenprijs bij de afrekening 1956 vergeleken met de in de
begroting 1956. geraamde kolenprijs, aanzienlijk hoger bleek te zijn, zo-
dat hiermede van de /140.000,— een bedrag van 75.000,— verdween.
Dit meerdere bedrag zouden we ook hebben moeten betalen bij het oude
contract maar verhoogd in verband met de voor ons onvoordelige kolen-
clausule, zodat de verhoging dan misschien was opgelopen tot 95.000,
of 100.000,Het voordeel dat dus resteerde was 140.000,
/75.000,is /65.000,Toen werden de prijzen bekeken, zoals we deze
nu reed's voor 1957 en 1958 kunnen bekijken en daarbij constateren we,
dat de ko'enprijs en andere kosten alsmaar oplopen. We laten de oorzaken
daar, maar in 1957 en 1958 zal 150.000,— (het is iets hoger) meer moeten
worden betaald voor inkoop gas en elektriciteit. Als men het saldo van
alle bedrijven bij elkaar op het bedrag wil houden dat in de begroting is
genoemd en dat wil de raad, dan zal een gat moeten worden gestopt van
150.000,Daar kan voor gebruikt worden het eerder genoemde bedrag
van /65.000,(het is iets minder) waardoor het te stoppen gat tot eind
1958 zal bedragen ongeveer 80.000,—. De thans vooriiggende voorstellen
houden dus in, dat tot en met 1958 deze gemeente zich meer of min
gedekt kan beschouwen voor het saldo van de bedrijven. Dat betekent dus
/130.000,omhoog met de gasprijs (2 cent per m3) en /50.000,ver-
laging voor elektriciteit. Spreker had veel liever gezien dat de kolenpnjs
en andere kosten gebleven waren op het peil zoals dat gold omtrent het
tijdstip van de onderhandelingen, maar die prijzen zijn omhoog gelopen.
Alle andere bedrijven in Nederland zullen nog met een tariefsverhoging
moeten komen, want alle begrotingen kloppen op dit punt niet meer om-
dat de kolenprijs enz. weer veel meer is opgelopen dan men zelfs heeft
durven ramen.
Deze voorstellen gelden dus tot eind 1958. Tenzij er nog een zeer wilde
verhoging van de kolenprijs komt, is dus meer of min het saldo voor de
bedrijven gewaarborgd, waardoor mede voorkomen wordt dat het tekort op
de gemeente-begroting nog groter wordt.
Eenmaal dit uitgangspunt vaststaande, heeft het college nagegaan hoe
