86
4e afd.
29 augustus 1957.
STREEKPLAN ZUID-KEXNEMEKLAND.
Aan de Raad,
Bij besluit van de Provineiale Staten der provincie Noordhoiland d.d.
1 juïi 1957, no. III is vastgesteld het streekplan voor Zuid-Kennemerland.
Ingevolge Uw besluit van 13 december 1956, no. 153, hebben wij tegen
het, bij besluit van Gedeputeerde Staten van Noordholland, d.d. 19 septem-
ber 1956, no. 219 in ontwerp vastgesteld streekplan, schriftelijk bezwaren
mgebracht. Deze bezwaren betroffen:
a. het tracé van de ontworpen westelijke noord-zuidweg, langs de spoor-
baan Haarlem-Leiden;
b. de baan voor recreatie-verkeer door ,,Meer en Berg";
c. de bestemming voor agrarisch bedrijf ten zuiden van de Rivieren-
buurt;
d. de bestemming voor natuur- en recreatieruimte bezuiden de Van
Merlenvaart;
e. het ontbreken van een provinciale schadevergoedingsverordening.
Aan het sub a bedoelde bezwaar is niet tegemoet gekomen om de
redenen die door Gedeputeerde Staten op blz. 248/249 van bijlage D van
hun brief, waarbij het ontwerp ter vaststelling aan de Provinciale Staten
werd aangeboden, zijn uiteengezet.
Wij menen U in overweging te moeten geven van het indienen van ver-
dere bezwaren op dit punt tegen het vastgestelde streekplan, af te zien.
Aan het sub b bedoelde bezwaar is in zover tegemoet gekomen, dat het
trace van deze baan voor recreatie-verkeer zal lopen over de bestaande
Sparrenlaan în „Groenendaal" en vandaar over 400 meter lengte de ooste-
lijke zijde van de Herenweg zal volgen.
Hoewel wij van oordeel zijn, dat er de voorkeur aan gegeven dient te
worden, dat deze weg van de Manpadslaan tot de Sparrenlaan gevoerd
wordt over de rijwiel- en voetpaden langs de Herenweg menen wij, dat het
mdienen van bezwaren tegen dit punt van ondergeschikt belang achterwege
kan blijven, nu aan onze bedenking tegen het doorsnijden van Meer en
Berg" gehoor is gegeven.
In het sub c aangegeven bezwaar is voorzien, doordat enige zuidwaartse
afronding van de Rivierenbuurt reeds is ontworpen, terwijl bij detaillering
Iulste zuidgrens der bebouwing kan worden bepaald. Van het indienen
van bezwaren op dit stuk van het streekplan kan dus worden afgezien.
len aanzien van het sub d aangevoerde bezwaar schreven Gedeputeerde
Staten aan de Provinciale Staten:
1. dat bij algehele bebouwing van deze grond de brede oost-west ge-
nchte, dwars door de gehele streek lopende groene gordel, onderbroken
zou worden door een smalle strook bebouwing tussen Glipperweg en
Rmgvaart, waardoor de buurtschap de Glip als een lange smalle uit-
loper, vrijwel geheel zou worden vastgebouwd aan Heemstede;
2. dat deze toestand niet aanvaardbaar is;
3. dat, hoewel in deze omgeving nog vrij veel natuurruimte aanwezig is
naarmate de bevolking in de streek zal toenemen, onvoldoende ruimtê
beschikbaar zal zijn voor actieve recreatie, zodat daarvoor dus nieuw
terrem nodig zal zijn;
4. dat de onderhavige gronden, die aansluiten bij het sportcomplex ten
noorden van de Van Merlenvaart, de enige zijn, die zich daarvoor van-