106 2e Afd. 26 september 1957. VOOBSTEL TOT VOOKLOPIGE OPSCHOKTING VAN DE I ITVOE- RING VAN HET KAADSBESLUIT TOT WEDERAANSTELLING VAN KLEUTERHELPSTERS. Aan de Raad, Zoals U bekend is werd in Uw vergadering van 14 februari j.l., tijdens de behandeling van de begroting voor 1957, een initiatief voorstel uit Uw midden aangenomen, om aan de openbare kleuterscholen weder helpsters aan te stellen. Voor dit doel werden de nodige posten op de gemeentebe- groting gebracht. Het heeft echter geruime tijd geduurd alvorens vast- stond, dat tegen die posten bij Gedeputeerde Staten geen bezwaar bestond. Na correspondentie met dit college over de begroting werd het bericht van goedkeuring daarvan ontvangen op 2 augustus j.i. Direct na het bekend worden van de goedkeuring is met de inspectrice van het kleuteronderwijs overleg gepleegd over de te plaatsen adver- tentie waarbij so'Ilicitanten zouden worden opgeroepen en is deze adver- tentie ook geplaatst. Kort geleden was de voorbereiding voor een benoe- ming zover gevorderd, dat daartoe door ons kon worden overgegaan. Inmiddels kwam een ontwerp-begroting voor 1958 gereed waaruit ons bleek, dat met een aanzienlijk tekort rekening moest worden gehouden. Deze wetenschap, en voornamelijk het feit, dat het praktisch onmoge- lijk is te voidoen aan de voorschriften en richtlijnen die door de Regering zijn gesteld met betrekking tot de investerings- en bestedingsbeperking, hebben ons college ertoe gebracht zich ernstig te beraden, of het nu nog wel verantwoord is over te gaan tot een onverplichte uitgave als die voor de wederaanstelling van helpsters bij het kleuteronderwijs is. Immers al- vorens tot belangrijke uitgaven mag worden overgegaan dient met zorg te worden nagegaan of hiervoor dekking aanwezig is. En zulks klemt te meer, wanneer het gaat om telkenjare terugkerende aanzienlijke uitgaven /30.000,en er o.i. geen zekerheid bestaat dat deze blijvend gevo- teerd zullen kunnen worden. De kaspositie niet alleen van het Rijk maar ook van de gemeenten baart zo grote zorgen, dat wij, ondanks het feit dat in positieve zin door Uw college is geantwoord op de vraag of wederaanstelling van helpsters in het belang van het kleuteronderwijs moet worden geacht, met welk besluit wij uiteraard rekening moeten houden, desalniettemin door ons nader be- raad noodzakelijk wordt geacht, of het op dit moment wel het juiste ogenblik is, het genomen besluit te realiseren. Ons college kwam nameiijk unaniem tot de slotsom, dat het raadzaam is de uitvoering daarvan noodgedwongen op te schorten omdat het zich niet laat aanzien, dat de abnormale financiële situatie van heden binnen korte tijd beter zal worden. Op grond hiervan, en omdat ook andere dringende projecten niet kun- nen worden gerealiseerd, menen wij U te moeten adviseren het nevens- gaande ontwerp-besluit te bekrachtigen. Heemstede, 18 september 1957. Burgemeester en wethouders van Heemstede, A. G. A. van Rappard De secretaris, T. M. Schelling.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 19