170
26 september 1957.
mevr. van der Meulen, die al zovele jaren als adviseuse in de commissie
zitting heeft, niet kan voorbij lopen.
Het verzoek van de heer Scheer om een gesplitste stemming te doen
houden, steunt spreker.
De Voorzitter zegt, dat men allereerst deze zaak zuiver moet steilen. Er
is een commissie die burgemeester en wethouders ten aanzien van het ver-
delen van woonruimte adviseert en dus door het coliege wordt benoemd
en er is een vorderingscommissie bestaande uit 5 ieden die op grond van
de wet door de raad wordt benoemd. Nu de voorzitter van de laatste com-
missie bedankt heeft, is er één vakature. Het is dus de taak van de raad
om 5 personen in deze commissie te benoemen, waarbij het de raad natuur-
lijk vrij staat om anderen dan de thans zitting hebbenden te kiezen. Het
aanwijzen van een adviseur of adviseuse voor deze commissie behoort tot
de competentie van burgemeester en wethouders en niet van de raad. Een
gesplitste stemming zoals de heer Scheer voorstaat, is dan ook niet moge-
lijk.
Van de door de heer Scheer naar voren gebrachte candidaat, de heer
P. J. van Kesteren, is door de raad kennis genomen.
Voor de bestaande vakature hebben burgemeester en wethouders in de
eerste plaats mevr. van der Meulen genoemd. Naar aanleiding van het be-
kende destijds gedane verzoek van Prot. Chr. zijde, hebben burgemeester
en wethouders daarnaast genoemd de heer van Ravenstein. Eigenlijk kan
men dit dus zien als een aanbeveling van 2 personen. Burgemeester en wet-
houders hebben verder aangenomen dat er geen meerdere vakatures zijn,
maar dat alleen voldaan moet worden aan het voorschrift dat de ieden
van deze commissie jaarlijks vôör 1 oktober moeten worden benoemd.
Naar aanleiding van de wens van de heer Kooijmans om uit de door hem
vertegenwoordigde groep een lid in de vorderingscommissie te benoemen
en geen adviseur, zegt spreker, dat het in de bedoeling van burgemeester
en wethouders ligt, om degene van de 2 candidaten die niet in de vorde-
ringscommissie wordt benoemd, tot lid van de advies-eommissie te be-
noemen.
Spreker acht het volkomen begrijpelijk dat ook de Prot. Chr. groep
gaarne een lid in de vorderingscommissie wil hebben. Spreker wijst er nog
op, dat de secretaris van deze commissie geen stemrecht heeft. Dit maakt
dus wel degelijk verschil.
De heer Drs. Weijers begrijpt niet dat de voorzitter zegt dat er maar één
vakature is. Z.i. zijn er 5.
De Voorzitter geeft dit toe, maar hij kan niet aannemen dat de plaatsen
van de zitting hebbende leden als vakatures worden beschouwd.
De heer Drs. Weijers zou niet weten waarom niet.
De Voorzitter antwoordt, dat de heer Weijers formeel gelijk heeft. Het
feit dat naast de 4 zitting hebbende leden geen andere personen worden
aanbevolen impliceert echter, dat burgemeester en wethouders aannemen
dat deze 4 leden door de raad zullen worden herbenoemd.
De heer Drs. Weijers wil opmerken dat er nogal wat oppositie tegen
deze commissie is geweest. Nu zijn er 3 nieuwe namen genoemd waardoor
de oppositie gelegenheid krijgt om nieuw bloed in de commissie te bren-
gen. Volgens spreker is er geen keuze uit 4 maar uit 7 personen.
De Voorzitter wijst er op, dat burgemeester en wethouders aan de leden
hebben geschreven dat het ieder raadslid vrij staat om andere candidaten,
die met een benoeming zouden instemmen, naar voren te brengen. Hiervan
heeft alleen de heer Scheer gebruik gemaakt. De heer Weijers heeft na-
tuurlijk het recht om alsnog andere candidaten te noemen. De raad is in
deze verkiezing geheel vrij.