1 oktober 1957. 186 zegt, ook wanneer deze tegengesteld is aan de mijne. Daarmt se°r^"s, is tussen u en mij in de laatste 3/2 jaar een vnendschap gegroeid waar- voor ik innig dankbaar ben. Secretaris, u bent vandaag 40 jaar in dienst van deze gemeente en uit naam van de raad, uit naam van het college, uit naarn van zovele ande ren moge ik u huldigen, u gelukwensen met dit feit en de hoop uitspreken dat'u in de tijd die u nog gegeven is, uw taak op dezelfde wijze zult vervul- len als tot nu toe. Ik kan alleen maar degenen die u 40 .jaar geleden hebben benoemd, danken, dat zij zo'n goed ambtenaar hebben weten aan te trek- ken. Naast de gelukwensen secretaris, weten wij u dank yoor de w j waarop u uw taak hebt vervuld. Met hart en ziel hebt gij dat gedaan e daarom is het goed dat op deze dag juist zo'n stille werker achter de schermen, in de stralenbundel van de publieke belangstelhng wordt ge- trokken Wanneer ik thans wil eindigen, dan is het met een woord tot mevrouw Schelling. Mevrouw, u hebt wel gemerkt, dat de laatste jaren ontzettend veel van uw man is geëist en gevergd en dat u hem veel meer hebt ™oeten afstaan dan vroeger. Maar moge deze dag voor u het bewijs zijn. dat uw man een grote plaats in ons aller hart inneemt en dat wij zo bh] zijn dat de gemeente Heemstede van uw man met zijn werkkracht heeft mogen P1 Secretaris, gelukkig is er voor mij nog een ander voorrecht weggelegd. Het is voor mij altijd weer opnieuw een bijzonder îets om een Koninklijke onderscheiding te mogen uitreiken. Als vertegenwoordiger van H.M de Koningin moge ik u dan mededelen, dat het Hare Majesteit behaagd heeft, u te benoemen tot Ridder in de orde van Oranje-Nassau, bij besluit van 14 augustus 1957, no. 14. Moge ik u hierbij de versierselen overhandigen en van harte met deze onderscheiding gelukwensen. (Applaus). De heer Verhoeven houdt de volgende toespraak: Mijnheer de voorzitter. Aangezien dit een raadsvergadering is en ik een hevige bemmnaar ben van het reglement van orde, zou ik u permissie willen vragen om voor deze bijzondere gelegenheid het woord niet tot u te richten, maar tot de jubi- Miinheer Schelling, toen u zo straks hier binnenkwam, kreeg ik reminis- centia aan de „Gijsbrecht van Aemstel". Er was weliswa.ar geen rei van maagden, u permitteert me dat ik de aanwezige dames niet tot de maag- den reken, maar wel een rei van Clarissen. Er was ook een rei van burg- zaten en ik zag ook een krijger. Misschien zijn er nog wel stille krijgers onder u, ik weet het niet, in elk geval hebben we hier een vader Gosewijn in de persoon van de burgemeester. En nu zult u vragen, waarom denk je nu aan de Gijsbrecht van Aemstel. Dat ligt vrij eenvoudig. Bij een jubileum gaat men graven in het verleden. Ik wil dan beginnen met in mijn eigen verleden te graven. Ik heb de eer en het genoegen u thans 11 jaar te ken- nen. Ik mag u hier toespreken namens alle raadsleden. In die 11 jaar heb ik grote hoogachting gekregen voor uw kennen en kunnen. Toen îk hier als iong raadslid kwam, dacht ik, dat ik wat van gemeente-admimstratie en gemeente-financiën wist. Ik was toen een z.g. nieuwe bezem die schoon veegt en een nieuwe bezem wil natuurlijk ook wel eens wat zeggen. Bin- nenskamers hebt u mij voor menige onberaden uiting behoed en daar ben ik u heel dankbaar voor. Ik heb u in die 11 jaar leren kennen als lemand die zijn zaken heel erg grondig kent en als iemand die op de juiste mamer die kennis op een gegeven moment te voorschijn weet te toveren. Als nie- mand ergens meer aan denkt, dan gaat er plotseling een klepje m uw her- sens open en dan brengt u het goede wetsartikel en het goede dmg naar voren. Dat was het echter niet alleen waardoor u ons zo heeft geimpo-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 3