189
1 oktober 1957.
maken. Ik herinner mij nog heel goed mijn wandeling door de Raadhuis-
straat, Binnenweg en Kerklaan, die toen nog een laan met mooie oude
bomen was, Ook herinner ik me nog het kritieke ogenblik dat ik, wande-
lende van de IJzeren Brug naar het raadhuis om de beslissing van het
college te vernemen van mijn geachte voorganger, destijds hoofdcommies
ter secretane, te horen kreeg dat ik niet was goedgekeurd. Toch heeft
het toenmalige college mij benoemd, alleen was de benoeming van tijde-
lijke aard. Omdat ik wist hoe het met mijn gezondheid gesteld was, heb ik
het aangedurfd om een vaste benoeming elders te laten schieten en de
tijdelijke benoeming in Heemstede te aanvaarden. Ik geloof niet dat mijn
verzuim wegens ziekte in die 40 jaar boven het gemiddelde ligt, zodat
mÜn gezondheidstoestand in 1917 niet nadelig heeft gewerkt op het werk
dat ik na die tijd heb moeten doen. A1 vrij spoedig werd ik belast met
werkzaamheden die lagen op het gebied van de financiën en van het
onderwijs. Ik heb het voorrecht gehad mij 28 jaar met deze zaken te
mogen bezig houden. Dat is dus gebeurd in een periode van ik mag wel
zeëgen een dynamische groei van de gemeente. Die dynamische groei
hebben we gezien v<5ôr 1927, waarna de amputatie van de gemeente kwam
door de annexatie, van welke amputatie de gemeente gelukkig goed ge-
nezen is, terwijl de groei zich na die tijd weer heeft voortgezet. Dat bracht
uiteraard een zeer sterke toename van de bemoeiingen van het gemeentebe-
stuur mee waarvoor een beslissing werd gevraagd en uiteraard vloeide
daaruit ook voort een uitbreiding van de bemoeiingen van het ambtelijke
apparaat. Ik heb door een van de collega's de afdeling waar ik véôr de aan-
vaarding van mijn huldige functie heb mogen werken, horen aanduiden als
een beleidsafdeling van de secretarie, in tegenstelling met de service-afde-
lingen, waartoe men dan rekent burgelijke stand, bevolking e.d. De af-
deling dus waar men wat nauwer dan b.v. bij laatstbedoelde afdelingen, be-
trokken is bij het beleid dat het gemeentebestuur voert. Degene die 'een
dergelijke functie heeft komt in nauwer contact met de gemeentebestuur-
ders zelf, in de eerste plaats dus met de burgemeester, maar ook met de
wethouders en de leden van de raad. Ik kan en mag gerust zeggen dat
dit altijd een buitengewoon prettig contact is geweest. Zoals de heer Ver-
hoeven gezegd heeft, heeft het nog wel eens wat extra tijd gekost om
deze functie te vervullen, maar het is toch ook voor een ambtenaar zeer
belangrijk en prettig wanneer hij niet alleen maar dood materiaal te ver-
werken krijgt, maar ook mee mag helpen opbouwen en deel mag hebben,
zij het zijdelings, aan het besturen der gemeente. Natuurlijk moet men
wel weten wanneer er op een zeker ogenblik politiek in het spel is en
dan moet men retireren of althans zwijgen. Dat hoort er nu eenmaal bij.
Ik vind het daarom van belang dat die ambtenaren die op een belangrijke
plaats zijn gesteld en dus betrokken zijn bij de voorbereiding van belang-
njke besluiten, geen uitgesproken politieke figuren zijn. Hoewel men
daar anders over kan denken is dit mijn visie, die in dit geval ook voor
de secretaris geldt. In zijn functie van afdelingschef maar zeker in die
van secretaris, moet men een zaak objectief kunnen bezien, objectief ad-
vies kunnen uitbrengen en de beslissing overlaten aan diégenen die de
beslissing moeten nemen en die daar de verantwoordelijkheid voor moeten
dragen.
Burgemeester, er is dus een goede verstandhouding geweest met U,
althans voor zover ik dat heb mogen constateren, met de wethouders en
met de leden van de raad die in die lange periode aan het bewind zijn ge-
weest. Ik stel het zeer op prijs dat onze verstandhouding van zo buiten-
gewoon goede aard is en dat wij, ik mag het geloof ik wel zeggen, begrip
v°or elkaars standpunt en voor elkaars plaats hebben, elkaar aanvoelen.
Het verheugt mij wanneer ik U van dienst kan zijn en wanneer U mijn
raad of advies nodig hebt. Of U deze wilt opvolgen is natuurlijk een andere
kwestie. Ik kan U zeggen, dat ik mijn werk altijd met liefde gedaan heb