124
5e Afd.
31 oktober 1957.
De Stichting meent te kunnen volstaan met 6 vaste krachten waarvan
2 gediplomeerde gezinsverzorgsters en 4 gezinshulpen benevens enige
losse krachten. Voor subsidie zullen dan in aanmerking komen de beide
gezinsverzorgsters en 2 gezinshulpen. Daar de andere krachten echter ook
betaald moeten worden is een berekening gemaakt waaruit gebleken is,
dat met een gemeentelijk subsidie van 60 in het salaris en bijbeho-
rende kosten der niet-subsidiabele krachten zou kunnen worden voistaan.
Het wil ons echter voorkomen, dat het niet juist zou zijn, om voor de
niet van rijkswege gesubsidieerde krachten een in totaal hogere bijdrage
te verlenen dan voor de gesubsidieerde, zodat wij er de voorkeur aan
zouden willen geven de gemeentelijke bijdrage in het salaris etc. der niet-
subsidiabele krachten te stellen op 50% en het gemeentelijk subsidie în
het salaris etc. der gesubsidieerde gezinsverzorgsters en gezinshelpsters
met 10 te verhogen, waardoor de totale subsidie voor deze beide cate-
gorieën respectievelijk 60 en 50 wordt.
Uit de aard der zaak is het moeilijk nauwkeurige cijfers te verstrekken
doch het laat zich aanzien, dat een goede uitvoering van het werk der
gezinsverzorging door het particulier initiatief geen zwaardere offers van
de gemeentelijke financiën zai vergen dan anders het geval zal zijn.
Onder mededeling, dat de Commissie voor Sociale Zaken zich met ons
voorstel kan verenigen, bieden wij U bijgaand ontwerp-besluit ter vast-
stelling aan.
Heemstede, 23 oktober 1957.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
T. M. Schelling.
der gemeente Heemstede;
het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 oktober
BESLUIT:
a. aan de in de gemeente op het terrein der gezinsverzorging en gezins-
hulp werkzame instellingen ten behoeve van haar werk een subsidie
te verlenen overeenkomstig de ,,Subsidieregeling Gezinsverzorging en
Gezinshulp 1955" voor zover door de instellingen wordt voldaan aan
de door de Minister van Maatschappelijk Werk en eventuele nader door
burgemeester en wethouders te dezer zake te stellen voorwaarden;
b. burgemeester en wethouders te machtigen, indien daartoe bijzondere
aanleiding bestaat, het gemeentelijk percentage in de uitgaven voor
salarissen en bijkomende kosten van de gesubsidieerde krachten te
verhogen tot maximaal 35 voor de gezinsverzorgsters en 30 voor
de gezinshelpsters
c. de gemeentelijke bijdrage in de salarissen en bijkomende kosten der
niet gesubsidieerde krachten te bepalen op maximaal 50 der kosten.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 31 oktober 1957.
De Raad
Gezien
1957;
De secretaris,
Devoorzitter,
r