128b
ÉÊt
2e Afd.
28 november 1957.
3. Met ingang van de eerste dag van de loonweek, waarin hij de
62-jarige leeftijd bereikt, of bij indiensttreding na het bereiken
van die leeftijd, met de dag waarop de benoeming ingaat, wordt
aan de werkman het maximum van de loongroep, waarin zijn
functie is opgenomen, toegekend, tenzij daartegen, in verband
met de wijze van dienstvervulling in voorafgaande jaren, naar
het oordeel van burgemeester en wethouders zeer emstige be-
zwaren bestaan.
B. Artikel 3, le lid, van de Algemene regelen omtrent de bepaling van
het loon, wordt gelezen als volgt:
Voor jeugdige werklieden bedraagt het loon:
L.oongroep IV
per week
f 12,96
16,80
21,60
27,84
35,04
42,72
50,40
57,60
65,28
C. Met ingang van de eerstvolgende maand na het bereiken van de 65-
jarige leeftijd wordt het voor de belanghebbende geldende loon
slechts uitbetaald tot het 100/105,6 gedeelte daarvan.
II. Dit besluit wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang van
de eerste dag van de loonweek, waarin 1 januari 1957 valt, met ingang
van welke dag vervalt het raadsbesluit van 28 juli 1955 no. lOOb, tot
wijziging van de loontabellen voor de werklieden.
III. Dit besluit vervalt met ingang van de eerste dag van de loonweek,
waarin 1 augustus 1957 valt, met ingang van welke dag:
a. het eerste lid van artikel 10 en het tweede lid, sub a, van artikel 11
van de loonregeling werklieden, vastgesteld bij raadsbesluit van 25
juli 1957, no. 84a worden ingetrokken;
b. vervalt het cijfer 2 in artikel 10 van laatstgenoemd raadsbesluit en
wordt voor de letters b en c in het tweede lid van artikel 11 gelezen
a en b.
Leeftijd
Loongroep I
Loongroep II
Loongroep III
in jaren
per week
per week
per week
14
f 12,96
f 12,96
f 12,96
15
16,80
16,80
16,80
16
21,60
21,60
21,60
17
27,84
27,84
27,84
18
33,60
34,08
34,08
19
39,36
40,32
40,32
20
45,60
47,52
47,52
21
52,32
54,72
55,20
22
62,88
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 28 november 1957.
De secretaris, De voorz