ÄSÏÏÎMÏÏÄî1 Wmn C,),e"
/3ü
2e Afd.
BEGBOTINGEN 1958.
Aan de Raad,
Wij bieden Uw College hierbij ter vaststelling aan de ontwerp-begroting
van mkomsten en uitgaven der gemeente voor het dienstjaar 1958 met de
daarbij behorende ontwerp-begrotingen voor de bedrijven en diensten.
Aân net slot van onze nota van aanbieding der begrotingen voor het
dienstjaar 1957 deelden wij U mede, dat ons streven er op gericht zou
z!jn de begrotingen voor 1958 nog in het jaar 1957 door Uw C'ollege te
hofn» ®,fl?andele"- Het verheugt ons, dat dit streven, indien althans bij de
behandehngen dezer begrotmgen in de commissiën en afdelingen van Uw
raad geen bijzondere stagnatie zal optreden, thans met succes bekroond
zai worden.
Moge er in dit opzicht al een verheugend verschil zijn met het vorige
jaar, helaas îs er dit niet met betrekking tot het beeld, hetwelk deze
begrotmg ten opzichte van haar voorgangster vertoont. Zelfs zagen wii
ons genoodzaakt thans een bedrag van /315.000,— aan de saldi-reserve
onttrekken om de gewone dienst der gemeente-begroting in inkomsten
en uitgaven te doen sluiten.
Voor het dienstjaar 1957 beliep het tekort, nadat aan het verzoek van
eputeerde Staten om enkele door dit college noodzakelijk geachte wii-
zigmgen m de begroting aan te brengen was voldaan, f 287.000
Het îs Uw College bekend, dat aanvankelijk volgens de ons aangéboden
begrotmgen een tekort van 483.000,te overbruggen viel. Wij zijn er
s echts ten koste van het nastreven van de naar onze mening in het kader
der bestedmgsbeperking geboden bezuinigingen in geslaagd het tekort tot
bovengenoemd bedrag te beperken, waaraan ten laatste ook de hierna te
vermelden verhoging der uitkeringen uit het gemeentefonds bijdroeg.
esmettemm geeft het tekort ten opzichte van vorig jaar nog een vrii
belangrijke stijging te zien. e J
De thans voorliggende begroting geeft een totaalbedrag aan inkomsten
en mtgaven te zien van 5.257.112,21, alsmede 2.572.270,30 op hoofdstuk
Naar het zich aanvankelij'k liet aanzien, zou het tekort aanzienlijk meer
belopen doch de Minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Pu-
bhekrechtelijke Bedrijfsorganisatie deelde bij circulaire van 14 oktober
j. mede, dat de percentages volgens welke de algemene uitkering en de
belastingenuitkering ingevolge de regeling der financiële verhouding tussen
het rijk en de gemeenten voor 1958 voorlopig zouden worden berekend
bepaald waren op respectievelijk 148 en 143. Bij de opzet der begroting
moest nog worden uitgegaan van de voor 1957 bepaalde percentages van
espectievehjk 145 en 132, die ondanks de in verband met de uitvoering
er Algemene Ouderdomswet geëffectueerde salarisverhoging van 5 6%
en de looncompensatie van 2 in verband met de op 1 augustus 1957
ingevoerde huuryerhoging geen verandering hadden ondergaan, hetgeen
oo bhjkens de m het begin van dit jaar door de regering uitgebrachte
nota mzake de beperkmg van de besteding niet in het voornemen lag zo-
de Semeenten indirect werden genoopt door consumptie-beperking' het
voor deze salarismaatregelen benodigde bedrag te vinden.
Over het jaar 1958 zal intussen de regeling van de financiële verhouding
tussen liet rijk en de gemeenten zelve geen verandering ondergaan De
voor de jaren 1953 tot en met 1957 getroffen regeling zal n.l. volgens' een
door de regering aan de Staten-Generaal aangeboden wetsontwerp voor
J.aa.r 1958 no^ blijven gelden. Hiervan ging ook het rapport der Com-
missie mzake het herstel van de financiële zelfstandigheid van gemeenten
en provinciën, de zgn. Commissie-Oud, uit.
