19 december 1957. 250 van een rechtstreekse busverbinding Heemstede-Amsterdam. Er is iets gezegd over het probleem van de kleuterhelpsters. Ten op- zichte van deze kwestie kan men verschillende standpunten innemen. Wan- neer ik iets ga zeggen, dan is dat mijn persoonlijke mening. Ik hecht aan continuiteit in het gemeentebeleid. Bij de vorige begroting hebben wij ons bezwaar tegen het intrekken van het toenmalige besluit m.a.w. tegen de aanstelling van de kieuterhelpsters ingebracht. De raad besloot toen tot aanstelling. Er is in mijn afwezigheid een besluit genomen, dat men deze zaak nog eens zou bespreken bij de gemeentebegroting. Wanneer er een besluit is, dan is dat besluit niet los te schroeven uit het gehele gemeente- lijk beleid als zodanig. Dan is dus het probleem het volgende. Er is nood- zakelijk bezuiniging nodig, waarom moet dan deze speciale post hiervoor worden gekozen? Is deze uitgave, zoals de heer Zegwaart blijkens de no- tulen gezegd heeft, dan niet te vinden door bezuiniging op andere posten, m.a.w. op materiële uitgaven? Ik wil op het volgende wijzen. Men kan niet zonder meer maar kleuterhelpsters aanstellen. Er zal dus moeten zijn, net zo goed als er ten opzichte van de eigenlijke onderwijzeressen een bepaal- de leerlingenschaal is, een bepaalde schaal, op grond waarvan een kleuter- helpster kan worden aangesteld. Ik sta dus persoonlijk op het standpunt dat ik t.o.v. deze vraag eigenlijk meer een aanvuiling van het toen genomen besluit zou willen, die aangeeft bij welk aantal leerlingen aan- stelling van een helpster geschiedt. De heer Verhoeven heeft een moeilijke kwestie ter sprake gebracht, nl. kan het godsdienstonderwijs als vakonderwijs worden beschouwd. De con- sequenties van dit standpunt kan ik op dit ogenblik niet overzien. Mij is bekend dat hieromtrent een bepaalde jurisprudentie is. Ik zou deze zaak tête reposée willen overwegen voordat ik op dit punt mijn standpunt kan bepalen. Wat de politiekosten betreft zijn wij van oordeel, dat, gelet op de uit- gestrektheid van onze gemeente, door welke intensief bereden wegen voe- ren, waardoor aan de verkeerspolitie grote eisen worden gesteld, terwijl ook voor de streekrecreatie belangrijke terreinen van Groenendaal c.a. extra bewaking vorderen, de bijdrage van het Rijk hoger zou moeten zijn dan thans het geval is. Naar onze mening moeten burgemeester en wethou- ders dit punt voortdurend onder de aandacht der betrokken autoriteiten blijven brengen. Onze fractie is van oordeel, dat de methode van begrotingsbehandeling, die verleden jaar en ook thans is gevolgd, zeer bevredigend is. Burgemees- ter en wethouders zijn daardoor beter in staat en zoals wij met waardering constateren doen zij dit ook, om zakelijk en concreet de gevraagde infor- maties te geven. Het jaar 1958 is het einde van de ditmaal 5-jarige periode waarin de raad in huidige samenstelling zitting heeft. Door uitbreiding van het leden- tal en door terugtreden van enige leden zullen er niet onbelangrijke wijzi- gingen zijn. Bij verschil van begïnselen kon op goede wijze worden samen- gewerkt. Toch was er verschil in visie samenhangend met wat in de staat- kunde centraal wordt gesteld. Bij alle zakelijkheid blijkt, dat, wanneer fundamentele levensvragen in geding zijn, het dieper levensbeginsel de staatkundige positie beheerst. Er zijn mensen, die ik om des gewetenswil als Christenen volkomen aanvaard, welke naar mijn mening dwalen, wan- neer zij voor het staatkundig leven, van oordeel zijn, dat hier slechts zake- lijke uitgangspunten gelden. Sedert de algemeen aanvaarde Christelijke grondslagen voor het leven vervielen en als gevolg van de secularisatie, die wij waarnemen, is het voor de staatkunde eis uit te gaan van het Chris- telijk levensbeginsel, waarbij zakelijke verschillen ten opzichte van dat uit- gangspunt secundair zijn. Hoe zeer dit juist is bleek ook in deze raad, toen op gronden ontleend aan de democratie de gelijkstelling van de Christelijke Kerken en organi-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 25