275 19 december 1957. van mening, dat zulks niet het geval is. Hij kan zich niet voorstellen, dat gedeputeerde staten om die reden zullen eisen dat de straatbelasting moet worden verhoogd. Mocht dat wel het geval zijn dan merken we dat wel. Spreker kan zich voorstellen dat de heer van Bruggen een beetje onvoor- bereid staat tegenover het aanmerken van godsdienstonderwijs als vak- onderwijs. Spreker is van mening, dat in Amsterdam wel degelijk deze zaken gecontroleerd worden, dat men daar de opvatting is toegedaan, dat art. 2 van de L.O.-wet wel een limitatief artikel is maar dat het toch wel iets ruimer geïnterpreteerd mag worden. De voorzitter heeft in zijn ant- woord wel gezegd, dat er misschien een uitzondering is gemaakt voor z.g.n. richtingscholen, maar spreker kan zich niet voorstellen dat burgemeester en wethouders van Amsterdam dingen doen die niet overeenkomstig de wet zijn. Spreker heeft juist gehoord dat de controle in Amsterdam zeer scherp is. Spreker zal het indienen van een motie over dit punt nu achterwege laten tot een volgende vergadering. Er is geen haast bij, want het heeft geen financiële consequenties. Spreker zal deze zaak nog gaarne nader onderzoeken. Hij vraagt de voorzitter dit ook te doen, zodat er bij een vol- gende gelegenheid nog eens over gesproken kan worden. De heer van Houten, wethouder, zegt, niet gezegd te hebben, dat ten- gevolge van het aanstellen van kleuterhelpsters de straatbelasting ver- hoogd zal moeten worden. Hij heeft alleen de veronderstelling geuit, dat het risico gelopen wordt, dat bij aanstelling van kleuterhelpsters meerdere lasten op de burgerij gelegd zouden moeten worden en dat daarvoor de verantwoording komt voor diegenen die voor dit voorstel zijn. De Voorzitter stelt thans aan de orde de behandeling van het algemeen verslag van het in de vergaderingen der afdelingen van de raad behandelde. Gas-, duinwater- en elektriciteitsbedrijven. De heer Ir. Kooijmans zegt, dat men over de verrichtingen en het beheer van de bedrijven tevreden kan zijn, al zulien sommigen van ons daaraan wiiien toevoegen, denkende aan de onderhandelingen met Haarlem, niet geheel voldaan. In het antwoord van burgemeester en wethouders op de vragen over de tarieven, wordt terecht gezegd, dat wij geen productie- bedrijf maar een distributiebedrijf hebben en als zodanig voor het afsluiten van contracten afhankelijk zijn van de productiebedrijven die in deze om- geving nu niet zo rijk gezaaid zijn. Dit in aanmerking nemende, behoeven we niet ontevreden te zijn over het verioop van de onderhandelingen met Haarlem. Maar als distributiebedrijf hebben drinkwater- en energievoor- ziening hun bijzondere zorgen. Het transport stelt zijn eisen; de huisaan- siuitingen, de inspectie, de tarieven hebben hun eigen problemen. Ten aan- zien van de kwaliteit en de beschikbare hoeveelheid van de gedistribueerde goederen, bestaan in het algemeen geen klachten. Spreker komt straks nog even op het gas terug. De voorzieningen die de laatste jaren zijn getroffen ten aanzien van de voorraadvorming en het transport, zaken die de consument niet zozeer ziet, maar die toch door de directie in het oog moeten worden gehouden, hebben er toe geleid, dat met een zeker vertrouwen de toekomst kan worden tege- moet gezien. Transformatoren, gashouders, gasleidingen, watertoren en de grotere pomp die zal worden aangebracht voor de aanvoer van duinwater, zijn alle projecten, die de bedrijven een rustige werkingssfeer geven. Dat wil niet zeggen, dat we er nu geheel zijn. De gemeente breidt zich steeds uit. Door de wethouder is er al op gewezen, dat er aanpassing moet volgen en dat hier en daar ook nog vernieuwingen moeten worden aangebracht. Daarnaast zijn er enkele maatregelen nodig ter bevordering van een goed bedrijfsbeheer. Naar aanleiding van een vraag daarover gesteld, hebben burgemeester

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 50