16
2e afd.
30 januari 1958
ding, berekend naar 1 ten honderd van het extra af te lossen bedrag.
Geldneemster zal van haar voornemen tot extra aflossing der lening ten-
minste vier maanden tevoren aan geldgeefster schriftelijk kennis geven.
Deze kennisgeving is onherroepelijk en verplicht geldneemster op de ge-
stelde datum de extra-aflossing te doen. De bedragen overeenkomstig dit
artikel extra afgelost, zullen gerekend worden allereerst te zijn betaald in
mindering van de laatste aflossingstermijn, daarna van de voorlaatste en
zo vervolgens.
Alle aan geldgeefster verschuldigde betalingen zullen geschieden te haren
kantore te 's-Gravenhage of bij een nader door geldgeefster aan te wijzeh
betaalkantoor. De betalingen zullen geschieden in Nederlands geld, zonder
korting of schuldvergelijking en zonder kosten voor geldgeefster. De be-
talingen zulien gerekend worden allereerst te zijn geschied ter voldoening
van de kosten, vervolgens van de boeten, daarna van de vergoedingen, ver-
volgens van de rente en het laatst van de hoofdsom.
Indien geldneemster het aan rente of aflossing verschuldigde niet op tijd
en overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 zal hebben voldaan, zal zij
aan geldgeefster betalen, als boete, een bedrag, gelijk aan vijf ten hon-
derd per jaar van het achterstallige bedrag over de tijd der nalatigheid.
Het onafgeloste deel van het bedrag der lening is, met de rente en de
kosten, onmiddellijk opeisbaar, bij niet-nakoming door geldheemster van
één of meer der in deze akte vermelde bepalingen of aangegane verbinte-
nissen, tenzij geldneemster na door geldgeefster aan haar verplichtingen
te zijn herinnerd, alsnog binnen veertien dagen na ontvangst dier herinne-
ring het verschuldigde, vermeerderd met de boete, voldoet, c.q. haar overige
verplichtingen alsnog nakomt.
Geldneemster zal in gebreke zijn door het enkele feit van het voorvallen
van het in het vorig lid bedoelde geval van onmiddellijke opeisbaarheid,
alsof zij bij bevel of andere soortgelijke akte ware in gebreke gesteld.
De belastingen, welke van rente der lening geheven mochten worden,
komen ten laste van geldneemster.
Alle kosten en rechten van deze akte, van de schuldbekentenissen en
van de maatregelen, welke geldgeefster mocht nemën tot behoud of ter
uiteofening harer uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten zijn voor
rekening van geldneemster.
Artikel 5.
Artikel 6.
Artikel 7.
Artikel 8.
Artikel 9.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 30 januari 1958.
De secretaris,
De
;itter,