35 30 januari 1958. X. RONDVRAAG. Watervoorziening. De Voorzitter deelt mede, dat door de heer Hopstaken de volgende vra- gen zijn ingediend: 1. Is het burgemeester en wethouders bekend, dat de burgerij van Heem- stede klaagt over de vieze smaak van het drinkwater en dat zij zich daar zo ongerust over maakt dat reeds diverse ingezetenen zich bij bevriende relaties in het naburige Haarlem voorzien van zuiver water voor de bereiding van soep, thee e.d. 2. Zijn burgemeester en wethouders met mij van mening, dat hiertegen stappen moeten worden genomen bij de leverancier van dit onsmake- lijke leidingwater i.c. het Amsterdamse Waterleidingbedrijf 3. Zo burgemeester en wethouders het betreffende vraag 2 met mij eens zijn, zijn burgemeester en wethouders dan bereid deze stappen op de kortst mogelijke termijn te ondernemen 4. Zijn burgemeester en wethouders bereid, na het nemen der stappen direct het antwoord van de Directie van bedoeld waterleidingbedrijf te publiceren, mede om de ongerustheid onder de ingezetenen weg te De heer Hopstaken zegt, dat hij op 28 januari de notulen van de ver- gadering van 10 januari heeft ontvangen. Hij heeft daarin een uiteenzet- ting over de mogelijke oorzaak van het onsmakelijke drinkwater gelezen. Omdat spreker de vergadering van 10 januari wat eerder heeft verlaten, was hem deze uitleg onbekend, terwijl hij helaas ook het raadsverslag in de krant niet gelezen heeft. Toch wil spreker even ingaan op het daaromtrent gesprokene door de heer Kooijmans. Deze heeft toen nl. gezegd, dat hij goede hoop had, dat er morgen (11 januari) weer goed drinkwater zou zijn. We zijn nu 20 dagen verder, maar van een ,,lekker" glas water is nog geen sprake. Dat spre- kers bewering, dat ingezetenen water gaan halen bij inwoners van Haar- lem, juist is, blijkt wel uit de steekproef die door Haarlem's Dagblad is genomen. Misschien zit hier een suggestie in voor drankhandelaren om in Heemstede flessen met ,,heerlijk Haarlems drinkwater" te gaan verkopen. Naar spreker ter ore kwafn, zijn er vrij wat gevallen van darmstoornis en misselijkheid voorgekomen. Door een huisarts werd spreker mede- gedeeld, dat niet direct te bewijzen is dat deze aan het drinkwater te wijten zijn, maar hij wilde ook niet pertinent beweren dat het er niet van komt. Dit vereist een nauwkeurig onderzoek. Spreker hoopt en ver- trouwt dat burgemeester en wethouders aan zijn vragen gehoor zullen geven en het antwoord van de Directie van de Amsterdamse Waterleiding aan het publiek bekend zullen maken. De heer Mr. van Wijk, wethouder, zegt, dat het toeval wii, dat hij juist een vergadering van de Provinciale Staten heeft bijgewoond, waar, bij de behandeling van de begroting voor het Provinciaal Waterleidingbedrijf, het lid van gedeputeerde staten, de heer Prakken, heeft geprobeerd soort- gelijke vragen te beantwoorden als hier door de heer Hopstaken zijn ge- steld. De heer Prakken heeft daarbij een paar uitdrukkingen gebezigd, die spreker de raad niet wil onthouden. Hij begon met te zeggen dat water iets gemeen heeft met een schone vrouw, niet dat ze allebei geen smaak moeten hebben want dat zou natuurlijk volkomen fout zijn, maar dat ze niet over de tong moeten gaan. Deze beeldspraak vond spreker in dit geval nog al wonderlijk en niet direct toepasselijk. Bovendien heeft de heer Prakken gezegd, dat men dit alles met een korreltje zout moet nemen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1958 | | pagina 10