30
2e Afd.
27 februari 1958.
Artikel 5.
Alle aan geldgeefster verschuldigde betalingen zullen geschieden te
haren kantore te 's-Gravenhage of bij een nader door geldgeefster aan te
wijzen betaalkantoor.
Indien de vervaldatum niet op een werkdag valt, zulien de betalingen
geschieden op de eerstvolgende werkdag.
De betalingen zullen geschieden in Nederlands geld, zonder korting of
schuldvergelijking en zonder kosten voor geldgeefster.
De betalingen zullen gerekend worden allereerst te zijn geschied ter
voldoening van de kosten, vervolgens van de boeten, daarna van de ver-
goedingen, vervolgens van de rente en het laatst van de hoofdsom.
Indien geldneemster het aan rente of aflossing verschuldigde niet op
tijd en overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 zal hebben voldaan, zal
zij aan geldgeefster betalen, als boete, een bedrag, gelijk aan vijf ten
honderd per jaar van het achterstailige bedrag over de tijd der nalatigheid.
Het onafgeloste deel van het bedrag der lening is, met de rente en de
kosten, onmiddellijk opeisbaar bij niet-nakoming door geldneemster van
één of meer der in deze akte vermelde bepalingen of aangegane verbinte-
nissen, tenzij geidneemster, na door geldgeefster aan haar verplichtingen
te zijn herinnerd, binnen 14 dagen na ontvangst dier herinnering het ver-
schuldigde, vermeerderd met de boete, alsnog voldoet c.q. haar overige
verplichtingen alsnog nakomt.
Geldneemster zal in gebreke zijn door het enkele feit van het voorvallen
van één der vermelde gevallen van onmiddellijke opeisbaarheid, alsof zij
bij bevel of andere soortgelijke akte ware in gebreke gesteld.
De belastingen, welke van de rente der lening geheven mochten worden,
komen ten laste van geldneemster.
Alle kosten en rechten van de overeenkomst van geldlening, van de
schuldbekentenis en van de maatregelen, welke geldgeefster mocht nemen
tot behoud of ter uitoefening harer uit deze overeenkomst voortvloeiende
rechten, zijn voor rekening van geldneemster.
Artikel 6.
Artikel 7.
Artikel 8.
Artikel 9.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 27 februari 1958.
De secretaris,
De voorzitter,