31
2e Afd.
27 februari 1958.
GELDLENING N.V. BANK VOOB NEDERLANDSCHE GEMEENTEN
(RENTESPAARBEIEFLENING 1957)
De Raad der gemeente Heemstede;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
Gelet op artikel 170 der gemeentewet;
BESLUIT:
I. ten laste der gemeente Heemstede, hierna te noemen „geldneemster",
met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten te 's-Gravenhage, hierna
te noemen „geldgeefster", een geldlening aan te gaan tot ten hoogste het
bedrag, waarvoor door kopers van rentespaarbrieven der Tweede Natxonale
Woningbouwlening (Rentespaarbrieflening 1957) overeenkomstig de voor-
waarden, waaronder deze lening volgens het prospectus d.d. 26 november
1957 werd uitgegeven, ten aanzien van deze gemeente voorkeur is uitge-
sproken en voorts op de grondslag van de volgende bepalingen.
Artikel 1.
Geldneemster zal over het onafgeloste nominale bedrag der lening be-
talen een tegen zes ten honderd per jaar te berekenen rente, te voldoen
op 1 ianuari en 1 juli van elk jaar, voor het eerst op 1 juli 1958. De eerste
rentetermijn betreft de rente, verschuldigd over het gedeelte van het half-
jaar dat voor elk ter beschikking van de geidneemster gesteld bedrag
aanvangt met de valutadatum, waaronder die terbeschikkingstelling heeft
plaats gehad.
Bij de berekening van de rente wordt elke maand op 30 dagen en elk
jaar op 360 dagen gesteld.
Artikel 2.
Geldneemster zal het bedrag der lening aflossen in één termijn, ver-
vallende op 2 januari 1971.
Artikel 3.
Vervroegde aflossing van het ter leen verstrekte bedrag zal zijn uit-
gesloten.
Artikel 4.
Onverminderd het bepaalde in artikel 10 zal geldneemster aan geld-
geefster een evenredig aandeel vergoeden in de kosten, verbonden aan
de uitgifte en de dienst van de Tweede Nationale Woningbouwlemng
Rentespaarbrieflening 1957), zoals dit door geldgeefster zal worden vast-
gesteld. Dit aandeel is door geldneemster verschuldigd binnen een maand,
nadat het bedrag daarvan door geldgeefster aan geldneemster zal zijn
medegedeeld.
Artikel 5.
Zo spoedig mogelijk na het tijdstip, waarop in het totale bedrag van de
lening geen wijziging meer kan worden gebracht, zullen partijen bij nadere
overeenkomst het juiste bedrag der lening constateren. Het ontwerp der
akte voor deze nadere overeenkomst wordt door geldgeefster opgemaakt
en aan geldneemster ter ondertekening aangeboden.
Artikel 6.
Alle aan geldgeefster verschuldigde betalingen zullen geschieden te
haren kantore te 's-Gravenhage of bij een nader door geldgeefster aan te
wijzen betaalkantoor.