37
4e Afd.
27 februari 1958.
e. huisvesting van bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad
van de houder of zijn echtgenote;
f. inrichtingen, ten aanzien waarvan zulks door burgemeester en wet-
houders nader is verklaard.
Artikel 2.
1. Het is, tenzij met vergunning van burgemeester en wethouders, ver-
boden een verzorgingshuis of een verpleeghuis te houden.
2. Burgemeester en wethouders verlenen een zodanige vergunning niet,
tenzij, naar hun oordeel, voldaan wordt aan de volgende voorschriften
a. de verzoeker moet rechtens de beschikking hebben over het perceel
of perceelsgedeelte voor het daarin houden van een inrichting als
bedoeld in het le lid;
b. het desbetreffende perceel of perceelsgedeelte moet voor het in het
verzoek omschreven doel geschikt zijn en daarin moeten voldoende
maatregelen zijn genomen, of binnen een door burgemeester en wet-
houders te stellen termijn worden genomen, in verband met de
brandveiligheid
c. er moeten voldoende waarborgen bestaan voor een redelijke verzor-
ging of verpleging;
d. er moeten geen bezwaren bestaan tegen de persoon van de verzoeker
of de houder of tegen degene, die hem in de leiding vervangt, noch
tegen het personeel en de inwonende huisgenoten.
3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aan de vergunning bijzon-
dere voorwaarden te verbinden.
4. De vergunning geldt, behoudens het bepaalde in artikel 10 en artikel
19, 2e lid, voor de tijd van 5 jaren.
Artikel 3.
1. Het verzoek om een vergunning, als bedoeld in arikel 2, moet schrifte-
lijk bij burgemeester en wethouders worden ingediend, onder opgave
onder meer van de volgende gegevens:
a. naam en woonplaats van de verzoeker;
b. het perceel of perceelsgedeelte, waarin een inrichting zal worden
gehouden als bedoeld in artikel 2, le lid;
c. het aantai personen, naar de in artikel 1 onder A en B gemaakte
onderscheidingen, waarvoor dit perceel of perceelsgedeelte ten hoog-
ste zal worden bestemd;
d. de voorzieningen t.a.v. de brandbeveiliging
e. de hygiënische en sanitaire voorzieningen
f. de wijze van verwarming;
g. de naam van de houder en de opleiding welke deze heeft genoten;
h. de namen en geboortedata van hen, die tot het personeel behoren,
alsmede gegevens omtrent hun opleiding.
Overigens moeten bij een verzoek om een vergunning die nadere ge-
gevens overgelegd worden, welke door burgemeester en wethouders voor de
beoordeling van het verzoek zullen worden gevraagd.
2. Bij het verzoek om vergunning dient tevens te worden overgelegd een
plattegrondtekening van de inrichting in tweevoud, op een schaal van