37
4e Afd.
27 februari 1958.
Artikel 12.
Wanneer de vergunninghouder niet meer de feitelijke beschikking heeft
over het perceel of perceelsgedeelte waar de inrichting als bedoeld in ar-
tikel 2 wordt gehouden, vervalt de vergunning.
Artikel 13.
Overtreding van het in de artikelen 2, 7, 8, 9 en 19 dezer verordening
bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of
geldboete van ten hoogste f 300,
Artikel 14.
1. Indien de verplichting tot naleving van deze verordening rust op een
rechtspersoon, zijn de bestuurders van die rechtspersoon tot die na-
leving gehouden.
2. Indien een artikel van deze verordening wordt overtreden door een
rechtspersoon, wordt de bestuurder daarvan, door wiens toedoen de
overtreding werd begaan, gestraft met hechtenis van ten hoogste twee
maanden of geldboete van ten hoogste f 300,-—.
Artikel 15.
Hij, die in strijd handelt met de aan de vergunning verbonden voor-
waarden, wordt geacht zonder vergunning te hebben gehandeld.
Artikel 16.
Met het opsporen van overtredingen van deze verordening zijn belast,
behalve de bij artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aange-
wezen personen, de daartoe door de burgemeester aangewezen ambtenaren.
Artikel 17.
Aan hen, die met het opsporen van overtredingen dezer verordening zijn
belast en de verdere ambtenaren, die aan de uitvoering dezer verordening
moeten medewerken, wordt, zo dikwijls de zorg voor de naleving van de
bepalingen dezer verordening zulks vereist, de last verstrekt om te allen
tijde de woningen, lokalen en erven der ingezetenen huns ondanks, binnen
te treden met inachtneming van de bepalingen der wet van 31 augustus
1853, Stbl. no. 83.
Artikel 18.
Deze verordening kan worden aangehaald als „Verordening op de ver-
zorgingshuizen en verpleeghuizen".
Zij treedt in werking op de dag na die harer afkondiging.
Artikel 19.
Een ieder, die op het tijdstip van inwerkingtreding dezer verordening
houder is van een verzorgingshuis of verpleeghuis, is verplicht binnen
3 maanden na het in artikel 18 vermeld tijdstip de in artikel 2 bedoelde
vergunning aan te vragen.
Burgemeester en wethouders kunnen voor de in het eerste lid bedoelde
verzorgingshuizen of verpleeghuizen uiterlijk tot 1 januari 1963 een
vergunning verlenen, ook indien niet aan alle voorschriften genoemd in
artikel 2, 2e lid, is voldaan.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 27 februari 1958.
1.
1.
2.
De secretaris,
De voo^
