27 februari 1958
52
Gemeenterekening.
De gemeenterekening over 1956 sluit, voor zover het de gewone dienst
betreft, in ontvangsten met 7.135.684,32
uitgaven met 7.133.068,25
met een voordelig saldo op de gewone dienst van 2.616,07
en voor zover de kapitaaldienst betreft in inkomsten met 16.902.146,72
uitgaven met 19.471.048,80
met een nadelig saldo op de kapitaaldienst van 2.568.902,08
De Voorzitter deelt mede, dat de financiële commissie zich met de haar
voorgelegde rekening over 1956 tot de bovengenoemde bedragen kan ver-
enigen en mitsdien voorstelt, deze onveranderd door de raad voorlopig te
doen vaststellen, terwijl zij de raad verder adviseert de staat van oninbare
en nog te verhalen posten, aangevende als nog te verhalen een bedrag
groot 6.653,11 ongewijzigd vast te stellen.
De betreffende ontwerp-besluiten worden vervolgens zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld.
XXV. AANGAAN VAN EEN GELDDENING GROOT 511.000,—.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
30. Geldlening N.V. .Bank voor Nederlandsche Gemeenten
(Eerste Nationale woningbouwlening)
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de financiën zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XXVI. AANGAAN VAN EEN GEBDLENING MET DE N.V. BANK
VOOR NEDERLANDSCHE GEMEENTEN
(Voorkeurbedragen rentespaarbrieflening 1957).
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
31. Geldlening N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten
Bentespaarbrief lening 1957)
De Voorzitter deelt mede, dat de financiële commissie zich hiermede
kan verenigen.
De heer Ir. Kooijmans zegt, dat dit mooie bedrag bedoeld is voor con-
solidering van de uitgaven voor de woningbouw in 1957 en voor eventuele
latere bouw. Spreker zou gaame vernemen of de wethouder van volkshuis-
vesting al verdere plannen voor de bouw van premiewoningen heeft, waar-
voor de bedragen die van deze lening overblijven kunnen worden aange-
wend.
De heer Reijnders stelt voor, mede namens de heer Verspoor en mevr.
van der Meulen, over te gaan tot een geheime zitting.
Op voorstel van de Voorzitter kan de raad zich daarmede verenigen.
De Voorzitter schorst de vergadering.
Na heropening der vergadering constateert de heer Zeelenberg, dat hier
de gelegenheid bestaat om een groot bedrag te lenen, komende dus uit