27 februari 1958
54
van het lid van de Tweede Kamer van Maenen heeft geantwoord
,,Bij de verdeling van woningsubsidies voor 1958 is bepaald, dat woning-
wetwoningen alleen mogen worden gefinancierd met gelden uit het zgn.
grote contract van de institutionele beleggers en met rijksvoorschotten,
terwijl eventueel is toegestaan dat bijzondere voorzieningen, als centrale
verwarming, garages, enz. door de gemeenten zelf worden gefinancierd."
En verder zegt hij: „De schuldpositie der gemeenten en de toestand op de
kapitaalmarkt laten opheffing der beperking niet toe. Voorkeursgelden
uit de rentespaarbrieflening zullen slechts in bijzondere gevallen mogen
worden gebruikt voor premiebouw door de gemeenten of woningbouw-
verenigingen." Dit klopt weer helemaal niet, want de directeur van de
volkshuisvesting en bouwnijverheid te Haarlem heeft desgevraagd perti-
nent verklaard, dat het aan gemeenten niet is toegestaan om premie-
woningen te bouwen.
De heer Mr. Zeelenberg zegt, dat de voorwaarden voor deze lening in
het prospectus zijn vastgelegd. Deze iening is niet zo maar een grapje
van een of ander loterijkantoor, maar een overheidslening. Men kan niet
zonder meer in bepaalde voorwaarden ingrijpen respectievelijk bepaalde
voorwaarden aanvullen. Dit is nu één van de dingen die spreker tegen de
tegenwoordige regering heeft. Het is eenvoudig onduldbaar! Dit kan toch
niet in een normaal bestel.
De Voorzitter vindt dit juist het ergerlijke. Op grond van het feit dat
de Minister van binnenlandse zaken in zijn opwekkingswoord om op deze
lening in te schrijven, duidelijk de indruk heeft gewekt, dat de gemeenten
dus premiewoningen mogen bouwen, hebben burgemeester en wethouders
hun protestbrief geschreven. Nu wordt er gezegd, dat de gemeenten onder
geen enkele voorwaarde premiewoningen mogen bouwen maar dat dit
door particulieren moet geschieden. Uit het zojuist door spreker geciteerde
antwoord van de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid op de
vragen van de heer Maenen kan weer worden afgeleid dat het in bij-
zondere gevallen wellicht mogelijk is om premiewoningen te financieren,
maar Ir. Ottevangers te Haarlem heeft pertinent verklaard, dat dit niet
mag.
Het lag in de bedoeling om nu juist aan de Glip een complex van 30
premiewoningen te bouwen. Spreker deelt verder nog mede, dat bericht
is ontvangen dat van het bouwplan van 101 woningen er slechts 50 zijn
toegewezen. Premiebouw is dus op het ogenblik voor de gemeenten onmo-
gelijk, maar spreker is van mening dat dit standpunt niet is te handhaven
omdat de 40.000 woningen die voor premiebouw door particulieren zijn
gereserveerd dit jaar zeker niet gebouwd zullen worden wanneer de mi-
nister vasthoudt aan de voorwaarden die hij op het ogenblik stelt. Bur-
gemeester en wethouders hebben verzocht om het toegestane aantal van
50 woningwetwoningen te verhogen tot 54, waarna 3 blokken huizen geheel
kunnen worden afgebouwd. Burgemeester en wethouders hebben gerede
hoop dat dit verzoek zal worden toegestaan. Het is meer dan erg dat een
minister, een dienaar van de Kroon voor de radio dingen zegt die achteraf
volkomen anders worden uitgelegd.
De heer Zegwaart doet het voorstel dat de raad uitspreekt dat hij het
met de reeds verzonden protestbrief van burgemeester en wethouders
gloeiend eens is. Voorts doet spreker het voorstel om het college te ver-
zoeken opnieuw een protestbrief te zenden naar aanleiding van het feit
dat slechts 50 woningwetwoningen mogen worden gebouwd. Spreker vindt
het laatste nl. een schande omdat we hierdoor steeds erger in het slop
raken met onze woningzoekenden. Dat slechts 50 woningen in 1958 ge-
bouwd mogen worden betekent, dat de achterstand niet wordt ingelopen
maar steeds groter wordt. Spreker hoopt dat de raad zijn voorstellen zal