55
27 februari 1958
ondersteunen. Hij vertrouwt dat burgemeester en wethouders een redactie
zullen vinden die zal inslaan. Z.i. moet er aan vastgehouden worden dat
er dit jaar 101 woning-en mogen worden gebouwd.
De heer Mr. Dr. \an Bruggen verklaart zich bereid om in een andere
kwaliteit over de besteding van de toegewezen gelden vragen aan de
ministers te stellen.
De Voorzitter neemt hiervan akte. Spreker stipuleert dat er een voorstel
is tot het aangaan van een geldlening. Spreker gelooft dat de raad het met
hem eens is dat dit geld moet worden geaccepteerd. Dit is dus geen punt
van discussie meer.
Verder wil de heer Zegwaart dat de raad het protestschrijven van bur-
gemeester en wethouders aan de minister van volkshuisvesting en bouw-
nijverheid onderschrijft. Spreker neemt aan dat dit de volle instemming
van de raad heeft.
De heer Zegwaart wil echter ook protesteren tegen de te kleine toe-
wijzing van 50 woningwetwoningen. Hierbij mag echter niet vergeten
worden, dat deze een uitvloeisel is van de regeringspolitiek, nl. om dit jaar
slechts 40.000 woningwetwoningen te doen bouwen en daarnaast 40.000
premiewoningen. De woningwetwoningen heeft men over de verschillende
provincies verdeeld. Noordholland heeft, zonder Amsterdam, maar 3500
woningen ter verdeling. Als men naar andere gemeenten kijkt is het
toegestane aantal woningen voor elke gemeente te weinig. Als zodanig
zal een protest niets helpen. Spreker wil wel toezeggen dat het college
in deze diligent zal blijven en al het mogelijke zal doen om verhoging
van het aantal te bouwen woningwetwoningen te verkrijgen. Om thans
bij gedeputeerde staten te protesteren lijkt spreker niet juist, omdat dat
college ook gebonden is aan het kleine aantal woningen dat het ter ver-
deling heeft gekregen.
Spreker wil er nog op wijzen dat, om tot verhoging van het toegewezen
aantal woningen te komen, nog een belangrijk argument is aan te voeren,
m. dat zich in Heemstede zoveel mensen uit Indonesië komen vestigen.
Iedere week vestigen zich 4 5 dergelijke gezinnen in Heemstede, waarbij
zij intrekken in het huis van een familielid, vaak slechts op een zolder-
kamertje, althans onder toestanden die op de duur niet mogen worden
bestendigd. Door deze ontwikkeling, waar het gemeentebestuur niets aan
kan doen, wordt de woningnood hier veel en veel erger. Dit zal mogelijk
voor gedeputeerde staten een aansporing temeer zijn om, wanneer het
een half jaar verder is en bezien kan worden hoe het verloop van de bouw
van woningen is, Heemstede meer toe te wijzen dan zij op het ogenblik
hebben kunnen doen.
De heer Zegwaart wil de psychologische zijde van zijn voorstel toelich-
ten. Hij gelooft dat men in Heemstede altijd te netjes is geweest en te
weinig van zich heeft laten horen. A1 zou dit protest alleen maar tot ge-
volg hebben dat men de cijfers van Heemstede nog eens een keer extra
goed gaat bekijken, dan is er z.i. al veel gewonnen. Ook kan dit van
invloed zijn voor een volgende keer als er weer woningen toegewezen
moeten worden. Als de raad dit protest aanvaardt en dit in een brief aan de
minister wordt vastgelegd, dan gaat dat min of meer buiten burgemeester
en wethouders om. Men zal dan echter kunnen lezen dat het de raad van
Heemstede hoog zit dat deze gemeente steeds zo stiefmoederlijk met wo-
ningen wordt bedeeld.
De Voorzitter zegt, dat de bedoeling van het voorstel van de heer Zeg-
waart uitstekend is. De raad kan natuurlijk nogmaals het protest van
burgemeester en wethouders onderstrepen, maar spreker moet er toch
op wijzen dat het over een bepaald aantal woningen gaat dat al over de
verschillende gemeenten is verdeeld. Gezien het feit dat men nog altijd