27 februari 1958 40
Burgemeester en wethouders stellen nu voor hen te machtigen hiervan
aan adressante mededeling te doen en daarbij tevens te berichten, dat
naar het oordeel van de gemeentelijke technische dienst stutten van de
duivenpoort beslist niet noodzakelijk is, terwijl voorts gemeend wordt dat
de ingangspoort voldoende solide is gestut.
Voorts deelt spreker nog mede, dat intussen het rapport van Openbare
Werken is binnengekomen, waama burgemeester en wethouders in prin-
cipe besloten hebben over dit restauratieplan contact op te nemen met
Monumentenzorg om dan mettertijd hieromtrent met een voorstel bij de
raad te komen.
De heer Mr. Dr. van Bruggen is vooral blij met de laatste mededelingen
van de voorzitter, omdat, indien dit door zou gaan, de restauratie van de
resten die er nog zijn, wel meer in zicht komt. Het is spreker niet onbe-
kend, dat er voor een algehele restauratie van bepaalde delen van het oude
slot bij het Rijk wel enige gewilligheid bestaat, omdat daarvoor een bijdrage
in de kosten in het vooruitzicht is gesteld van 50%. Spreker zou gaame
willen, dat het gemeentebestuur zich hieromtrent ook in verbinding stelt
met de provincie. Hem is nl. in zijn vroegere kwaliteit van lid van de pro-
vinciale commissie voor monumentenzorg gebleken, dat niet onbelangrijke
bedragen, variërende van 2025% voor dergelijke werken worden ge-
geven. De kosten die dan nog voor de gemeente zouden overblijven zouden
dan ongeveer 25 of 30% zijn. Waar in deze gemeente praktisch geen mo-
numenten zijn, terwijl de resten die er van het oude slot over zijn, waar-
onder vooral de naar aanleiding van de vrede van Munster gestichte brug
genoemd mag worden, een merkwaardige functie hebben vervuld en een
zeker uniek karakter hebben, is het op de duur toch we l gewenst dat hier-
van restauratie geschiedt, al was het alleen maar om de gemeente Heem-
stede voor het vreemdelingenbezoek meerdere attractie te geven dan alleen
ons onvolprezen Groenendaal. Spreker is met de uitspraak van het college
zeer tevreden en hoopt dat het coliege in deze richting verder zal gaan.
De aankoop van het terrein zou dan ook meer tot zijn recht komen.
De heer Mr. Zeelenberg is er in beginsel niet tegen om in deze iets te
doen. Men zal zich echter herinneren, dat spreker zich bij vorige gelegen-
heden uitermate sceptisch over het oude slot en wat er omheen ligt, heeft
uitgelaten, hoewel hij voor de overschotten uit historisch oogpunt toch
wel grote belangstelling heeft. Wanneer het met subsidies van anderen
tot een restauratie zou komen, zou spreker daar geen bezwaar tegen heb-
ben. Aan deze bereidverklaring wil spreker echter één voorwaarde ver-
binden, nl. dat, indien deze restauratie als gevolg zou hebben dat bij ge-
brek aan geldmiddelen één huis minder gebouwd zou moeten worden,
hij daaraan zijn steun niet zal kunnen geven.
De heer Verspoor wil het betoog van de heer van Bruggen onderstrepen.
Het feit dat bladen als het Algemeen Handelsblad e.d. over deze zaak
schrijven getuigt toch wel van een algemene belangstelling voor dit object.
Ook interesseren zich hiervoor o.a. de Bond Heemschut, de Bond van
Oudheidkundigen, De vereniging ,,Haerlem", aliemaal verenigingen die
op oudheidkundig gebied werkzaam zijn en die van mening zijn dat een
restauratie verantwoord is. Het is algemeen bekend dat thans geen voorstel
kan worden gedaan dat acceptabel zal zijn.
Spreker heeft echter al meermalen gepleit om de restauratie in etappes
uit te voeren. Eerst zouden de duiven- en ingangspoort gerestaureerd
kunnen worden, waarna zou kunnen worden begonnen aan de brug, waar-
van de voomaamste gedeelten bewaard zijn gebleven, om daarna te zien
of er nog geld is voor een opbouw van de fundamenten tot een hoogte
van 1 m. Met de toegezegde subsidie van het Rijk en de aan te vragen
subsidie van de Provincie kan dan het oude slot weer een waardig aanzien
worden gegeven.