43 27 februari 1958 De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hiermede kan verenigen. Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. XI. VOORSCHOT VERGOEDING 1958 VAKONDERWIJS VOOR BIJZONDER VOORTGEZET GEWOON LAGER ONDERWIJS. Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 25. Voorschot vergoeding 1958 vakonderwijs voor bijzonder voortgezet gewoon lager onderwijs. De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hiermede kan verenigen. Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. XII. VOORS'CHOT VERGOEDING EN HUURVERGOEDING 1958 BUITENGEWOON LAGER ONDERWIJS. Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 26. Voorschot vergoeding en huurvergoeding 1958 buitengewoon lager onderwijs. De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hiermede kan verenigen. Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. XIII. VOORSCHOT VERGOEDING 1958 VAKONDERWIJS BUITENGEWOON LAGER ONDERWIJS. Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 27. Voorschot vergoeding 1958 vakonderwijs buitengewoon lager onderwijs. De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hiermede kan verenigen. Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. XIV. VOORSCHOT OP VERGOEDING 1958 BOVENTALLIG ONDERWIJZEND PERSONEEL. Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 28. Voorschot op vergoeding 1958 boventallig onderwijzend personeel. De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hier- mede kan verenigen. De heer Ir. Kooijmans zegt, dat het verschil in de bedragen welke ver- goed worden, hem aan het denken gebracht heeft. Spreker wijst er op, dat indertijd bij de aanstelling van deze boventallige onderwijzers de bedoeling heeft voorgezeten dat deze krachten tijdelijk zouden zijn. De gemeente toch is tot deze uitgave niet verplicht en kan haar derhalve te allen tijde intrekken. Uit de bedragen der vergoedingen blijkt dat er jonge krachten zijn aangesteld maar ook onderwijzers die praktisch het maximum aantal dienstjaren hebben. S'preker vreest nu, dat de schoolbesturen hieromtrent een andere gedachte zijn toegedaan dan aan de aanstelling ten grondslag lag. Wanneer men nl. aangesteld wordt met een groot aantal dienstjaren dan heeft dat het karakter van uitzicht op een vaste aanstelling. Het is niet sprekers bedoeling om hier in te gaan op het recht van de school- besturen om die onderwijskrachten aan te nemen die zij wensen. Toch wil

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1958 | | pagina 6