41
2e Afd.
27 maart 1958.
DUURTETOESLAG le HALFJAAR 1958.
Aan de Raad,
De Ministervan Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke
Bedrijfsorganisatie heeft ons in een circulaire d.d. 12 februari 1958 no. U
27904 mededelingen gedaan betreffende het verlenen van een duurtetoe-
slag over het eerste halfjaar van 1958 aan hen, die arbeider zijn in de zin
van de Kinderbijslagwet en aan hen, voor wie de kindertoelage in een
afzonderlijke regeling is vastgelegd.
Vooruitlopende op een definitieve beslissing terzake zal aan het rijks-
personeel de duurtetoeslag over het le halfjaar 1958 als uitkering-ineens
bij wijze van voorschot worden uitbetaald. Voor deze toeslag komen in
aanmerking de werknemers, voor zover zij op 1 januari 1958 een loon
genoten dat niet meer bedroeg dan 416,— per maand of 96,— per week
en voorzover zij op die datum voor één of meer kinderen kindertoelage
genoten. Bij indiensttreding na 1 januari 1958 geldt als peildatum de dag
waarop de dienstbetrekking ingaat.
De uitkering over het le halfjaar 1958 bedraagt /15,60! voor elk kmd,
waarvoor op 1 januari 1958 kindertoelage wordt genoten. Bedraagt het
aantal kinderen, waarvoor op 1 april 1958 aanspraak op kindertoelage
bestaat, meer of minder dan het aantal op 1 januari 1958, dan wordt tot
correctie overgegaan.
Voornoemde Minister nodigt ons uit te bevorderen, dat deze toeslag, die
bedoeld is als een tegemoetkoming aan die categorie van werknemers, die
het meest betrokken is bij de stijging van de kosten van levensonderhoud
en die deze extra-bestedingsbeperking moeilijk uit het loon kan opvan-
gen, ook aan het gemeentepersoneel zal worden toegekend. Op enkele uit-
zonderingen na zullen van het personeel dezer gemeente alleen de werkhe-
den voor de toeslag in aanmerking komen.
Ook het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behandehng van
gemeentelijke personeelsaangelegenheden adviseert ons bij brief va,n 28
februari 1958, no. 109 voor het gemeentepersoneel gelijke voorziemngen
als voor het rijkspersoneel te treffen.
Wii achten het wenselijk, dat aan het verzoek van de Mimster gevolg
wordt gegeven, waarom wij U mogen voorstellen deze duurtetoeslag toe te
kennen door vaststelling van bijgevoegd ontwerp-besluit.
Heemstede, 12 maart 1958.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
T. M. Schelling.