76
27 maart 1958
Planologische Dienst er van te overtuigen dat hier nog wel een oplossing
voor te vmden zal zijn. Nu heeft de heer Verhoeven aangekondigd dat hii
met een voorstel zal komen om de Stichting alsnog in de gelegeAheid te
stellen met een meer uitgewerkt plan te komen. Persoonlijk heeft spreker
daar mets op tegen. Spreker weet niet hoe de andere leden van het college
van burgemeester en wethouders daar over denken maar persoonlijk wil hii
y®.1 °ndersteunen- Het Stichtingsbestuur diene echter terdege
te beseffen, dat de kans dat het în te dienen plan aanvaard zal worden
uitermate germg is. Men zal het gemeentebestuur eehter niet kunnen ver-
wgten dat er met gewaarschuwd is, want nogmaals zou spreker willen waar-
schuwen voor de grote kosten die een dergelijk plan met zich brengt ter-
ijl spreker met gelooft aan de mogelijkheid van verwezenlijking daarvan
hoe ook het project op het terrein geplaatst zal worden.
De mededeling van de heer Verhoeven dat dit bejaardentehuis dan maar
bij de sportparken moest worden gebouwd, was spreker niet bekend Ook
spreker vindt dat een zeer ongeschikte plaats voor een tehuis van ouden
van dagen omdat een dergelijk huis in het centrum van de gemeente moet
SLaall.
De Voorzitter zegt, dat de heer Verhoeven dus het voorstel doet om dit
punt van de agenda af te voeren, welk voorstel voldoende wordt onder-
steund. Dit impliceert dus, dat als het voorstel wordt aangenomen nog
geen bencht aan de Stichting van huize „St. Bavo" kan worden gezonden
Spreker wil als adviseur van de raad nog even benadrukken dat burge-
meester en wethouders niet alleen naar aanleiding van het feit dat er
geen medewerking kan worden verkregen van de Rijksdienst van het Na-
aonale Plan en van de Planologische Dienst voor bebouwing van het
Overbos tot hun besluit zijn gekomen maar ook omdat zij dit terrein zien
als een umek terrem dat tussen de twee te bouwen bejaardentehuizen moet
worden gehandhaafd. Uit naam van het overgrote deel van het college wil
spreker mededelen, dat burgemeester en wethouders niet bereid zijn om
verwerkelijking van het plan te laten afhangen van het eventueel te wii-
zigen oordeel van de Rijksdienst van het Nationale Plan of van de Plano-
logische Dienst. Indien de gelegenheid wordt geboden om nadere plannen
m te dienen zou men daaruit bij de Rijksdienst van het Nationale Plan en
bij de Planologische Dienst de conclusie kunnen trekken dat burgemeester
en wethouders ten opzichte van de bebouwing van het Overbos een niet
meer zo strmgent afwijzend standpunt innemen. Men moet echter goed be-
seffen dat dit în genen dele het geval is.
De heer Verhoeven vraagt of hij dit zo moet begrijpen dat, als de raad
het college van burgemeester en wethouders zou verzoeken om het collee-e
^'an re&enten vfn hyif6 St. Bavo in de gelegenheid te stellen om hun plan-
nen nader toe te lichten, die medewerking door burgemeester en wethou-
ders zou worden geweigerd.
De Voorzitter antwoordt, dat weigeren teveel is gezegd. Burgemeester
en wethouders kunnen een motie naast zich neerleggen en zeggen dat zij
met bereid zijn m deze mede te werken.
De heer Verhoeven zegt, dat als burgemeester en wethouders niet bereid
zijn, zij dus weigeren. Spreker zal zich er op moeten beraden welke houding
te schorsen W° aangenomen. Hij verzoekt de voorzitter de vergadering
De Voorzitter schorst de vergadering.
vJ!a, oerTning, yan ,df verg"adering zegt de heer Mr. Zeelenberg dat de
dfens I^.tst'eT6,, t bebben dat de raad enigszins geschrokken is van
w 'w, reactie op het gesprokene door de heer Verhoeven. Ook spre-
gelooft- met Permissie gesproken, dat de opvatting van de voorzitter