60
27 maart 1958
weergegevene een afgezwakte weergave is. Als men dit leest, dan past daar
nauwelijks op de nogal stevige manier, waarop spreker principieel stelling
heeft genomen tegen het door mevr. van der Meulen gesprokene. Spreker
gelooft dat het goed is, dat men zich er nog even op bezint, dat deze zo
felle discussie over dit op zichzelf helemaal niet beiangrijke onderwerp,
do°r hem principieel veroordeeld is. Mevr. van der Meulen heeft gesproken
over een toejuiching van het voorstel, als zijnde dit voorstel volgens haar
te vergelijken met een basiswet waarop burgemeester en wethouders ko-
ninklijke besluiten konden afgeven. Juist dat werd door spreker zo sterk
veroordeeld.
De Voorzitter antwoordt, dat de heer Zeelenberg uiteraard het recht
heeft om een aanmerking op de notulen te maken. Het lijkt spreker echter,
dat het meer op de weg van mevr. van der Meulen had gelegen om dezë
opmerking te maken. Spreker zou graag zien dat, indien de heer Zeelen-
berg wijziging van de notulen verlangt, hij aangaf welke zinnen hij veran-
derd wil hebben. De opmerking van de heer Zeeienberg is n.l. in het alge-
meen gehouden en het is natuurlijk niet doenlijk om toe te zeggen dat deze
gehele passage zal worden veranderd.
De heer Mr. Zeelenberg merkt op, dat men niet woordelijk in het hoofd
heeft wat een ander heeft gezegd en dat men daarover maar een algemene
impressie behoudt. Indien het zijn eigen tekst was geweest, zou hij zeker
niet geaarzeld hebben een voorstel tot wijziging in te dienen. Mogelijk wil
de geachte socialistische spreekster dit echter zelf doen. Spreker zou het
daar eigenlijk maar aan over willen laten.
Mevr. van der Meulen zegt, dat zij met de weergave tevreden is.
De heer Mr. Zeelenberg verlangt dan geen wijziging van de notulen
mits deze discussie ook weer genotuleerd wordt.
De notulen worden vervolgens zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
II. INGEKOMEN STUKKEN.
a. bericht van ontvangst van gedeputeerde staten d.d. 12 maart 1958 no
174, van de Verordening, houdende 3e wijziging der Algemene Politie-
verordening, raadsbesluit 27 februari 1958, no. 38.
b. idem d.d. 12 maart 1958, no. 331, van de Verordening op de verzorgings-
huizen en verpleeghuizen, raadsbesluit 27 februari 1958, no 37.
c. mededeling van gedeputeerde staten d.d. 12 februari 1958, no. 47, dat zij
geen bedenking hebben tegen het raadsbesluit van 30 januari 1958 no.
10 „3e Wijziging jaarwedderegeling ambtenaren".
d. goedkeuring door gedeputeerde staten d.d. 5 maart 1958, no. 51 van het
raadsbesluit d.d. 27 februari 1958, no. 30, „Geldlening N.V. Bank voor
Nederlandsche Gemeenten (eerste nationale woningbouwlening)."
e. idem d.d. 5 februari 1958, no. 43, van het besluit van burgemeester en
wethouders tot aanvaarding van schenkingen ten behoeve van de ge-
meentelijke openbare leeszaal en bibliotheek, d.d. 22 januari 1958
f. verslagen van kasopneming en controle administratie over het le kwar-
taal 1958: Stichting studiehulp voor studerenden; schoolartsendienst
sportparken en zwemvijvers.
g. mededeling van burgemeester en wethouders d.d. 25 februari 1958 dat
het bedrag der geldlening uit de -opbrengst der Tweede Nationale Wo-
ningbouwlening (Rentespaarbrieflening 1957), uit hoofde van door
kopers van rentespaarbrieven ten aanzien van de gemeenten uitge-
sproken voorkeur f 1.999.965,bedraagt.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders worden
de stukken genoemd onder a tot met g, zonder hoofdelijke stemming voor
kennisgeving aangenomen.