62
27 maart 1958
over deze zaak kon worden beslist, hij de eerste zou zijn om te ontraden
Z l g U? ^eze v00rwaarden te gaan lenen. Het is helaas nog- zo,
dat men voor het aiternatief staat dat men moet lenen tegen een percen-
tage dat in het rentegamma is gefixeerd, welke leningen echter niet te
sluiten zijn, of dat men gebruik maakt van deze lening, die als het ware
aan ons en detai1 wordt verkocht. De simpele vraag is alleen of men het
aangeboden bedrag nodig heeft of niet. Gelet op de verschillende zaken die
de gemeente nog moet uitvoeren en die zeker urgentie hebben heeft de
fmanciele commissie, zij het niet zonder bezwaren, gemeend te moeten al-
viseren, deze lening maar te accepteren.
De heer van Houten, wethouder, dankt de heer van Bruggen voor diens
uiteenzettmg. Spreker zou daar nog wel het een en ander aan willen toe-
voegen. Op het moment iijkt een rente van 6 wei hoog, maar ten tiide
defe ienuig: uitgeschreven werd, was iedereen toch blij dat tegen dit
percentage een groot bedrag kon worden geieend. De lening van thans be-
v j restant van de rentespaarbrieflening waarvan Heemstede reeds
een bedrag van f 2.000.000,— als voorkeur heeft toegewezen gekregen Om
lening' is door de gemeente niet gevraagd, doch de gemeente krijgt die
proportioneel aangeboden. Wordt deze aanbieding geweigerd dan bestaat
er geen andere gelegenheid om vast geld op te nemen tenzi'j dit geleend
kan worden tegen 4% Spreker meent dat dit op het ogenblik volkomen
îllusoir îs. Spreker moet toegeven dat het ook hem bezwaart dat de g-e-
meente nog 6 rente moet betalen terwijl het rentetype langzamerhand
dalende îs. Hier staat tegenover dat de gemeente toch moeilijk de Bank
voor Nederlandsche Gemeenten met dit geld kan Iaten zitten welk geld
toch ten behoeve van de gemeenten is aangetrokken.
De heer Verspoor heeft nog geen antwoord gehoord op de gestelde vraag
of voor dit geld een speciale bestemming bestond.
De heer van Houten, wethouder, merkt op, dat deze lening niet is aan-
gevraagd doch een aanbieding is. Goedkoop is deze aanbieding niet. De
bank heeft het geld tegen dezelfde condities moeten opnemen. Spreker kan
geen bepaald object noemen waarvoor dit geld nodig is, maar er ziin tal
van zaken die op uitvoering wachten omdat er geen geld was. Waarschiin-
lijk kunnen die nu hiermede worden gefinancierd.
De heer Verspoor constateert, dat de wethouder dus toch een antwoord
heeft gegeven. Het geld is dus voor uitgestelde objecten.
De Voorzitter meent, dat dit geld altijd voor werken, waarvan de ur-
gentie kan worden aangetoond, zal mogen worden bestëed. Er kan niet ge-
leend worden tegen het geldende rentegamma. Het is natuurlijk van belang
dat de vlottende schuld zoveel mogelijk wordt geconsolideerd. De fout in
deze kwestie is echter, dat de regering het rentepercentage voor de laatste
twee leningen te hoog heeft gesteld, met als gevolg dat de gemeenten ook
een hoge rente moeten betalen.
De heer Ir. Kooijmans zegt, gevraagd te hebben of de reeds geleende 2
miljoen gulden voldoende was voor de objecten die men toen op het oog
had. Er is nu geantwoord dat de gemeente dit geld goed kan gebruiken
maar de vraag is of deze nieuwe lening nodig is boven de genoemdë
2 miljoen.
De heer van Houten, wethouder, antwoordt, dat er nog zo veel op stapel
staat en dat het niet te voorzien is of zelfs de opbrengst van deze lening
wel toereikend zal zijn.
De Voorzitter meent, dat, in het geval de gemeente alsnog zou mogen
overgaan tot het bouwen van premie-woningen, het geld van deze lening
zeker nodig zal zijn. Ook voor het bouwen van een nieuwe christelijke