62
2e Afd.
29 mei 1958.
RESERVEFONDS
WONINGVERBEXERING 146 GEMEENTEWONINGEN
INDISCHE BUURT EN DE GLIP.
Aan de Raad,
De Wet grootboek woningverbetering verplicht de verhuurders van
vooroorlogse woningen om gedurende het tijdvak 1 augustus 1957 tot en
met 31 december 1966 de helft van het bedrag, waarmede de huurprijs
van die woningen na 31 juli 1957 is verhoogd, te storten op het voor dit
doel ingestelde Grootboek woningverbetering te 's-Gravenhage.
De gestorte gelden worden ingeschreven in het Grootboek. Over de in
het grootboek ingeschreven gelden wordt een jaarlijkse rente vergoed
van 3 Deze rente wordt op de grootboekrekening bijgeschreven.
De aldus ingeschreven bedragen worden tijdelijk gereserveerd. Zij
worden terugbetaald ter bestrijding van de kosten van na 1 augustus
1957 aangebrachte verbeteringen aan woningen met inbegrip van binnen-
schilderwerk en stukadoorwerk. Deze stortingsplicht geldt ook ten aan-
zien van vooroorlogse gemeentewoningen, voorzover die woningen zijn
gebouwd met steun uit 's Rijks kas op de voet van de Woningwet.
Voor laatstgenoemde woningen wordt dus de helft van de huurver-
hoging per 1 augustus 1957 in het Grootboek gestort, zodat ten laste van
de exploitatierekening een aanzienlijk fonds wordt gevormd.
Deze stortingsplicht geldt niet voor de complexen van 33 woningen
aan de Balistraat, 48 woningen aan de Kadijk, en 59 en 6 woningen aan
de Bankastraat, alle gebouwd in de jaren 1924 tot/met 1926, omdat voor
de bouw daarvan geen financiële steun van het Rijk is genoten.
Ten einde te voorkomen, dat de mogelijkheden voor verbetering van
deze 146 woningen in de toekomst achter zullen blijven bij andere ge-
lijksoortige wel met Rijkssteun gebouwde complexen, komt het ons raad-
zaam voor ten laste der exploitatie van eerstbedoelde woningen zelf een
reservefonds voor woningverbetering te vormen.
Wij stellen ons voor, dat daarin stortingen worden gedaan tot dezelfde
bedragen als bij het Grootboek zouden moeten worden gestort, indien
de hiervoor aangehaalde Wet ook op genoemde woningen van toepassing
was. Daarmede kan dan ongelijkheid van behandeling tussen wel en niet
onder de Wet vallende complexen gemeentewoningen worden voorkomen.
De gekweekte rente zou aan dit fonds kunnen worden toegevoegd, ter-
wijl de middelen van het fonds op dezelfde wijze waren aan te wenden
als in de artikelen 17 en 18 van meergenoemde wet is vermeld voor de
wel daaronder vallende woningen.
Indien Uw Raad zich met het vorenstaande kan verenigen, stellen wij
U voor over te gaan tot vaststelling van bijgaand ontwerp-besluit.
Heemstede, 14 mei 1958.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
T. M. Schelling.