93
29 mei 1958.
op de schouders van één man. Ik heb toen het gemis van een gemeenteraad
maar al te zeer gevoeld.
In 1945 is door mijn voorgang'er een college van vertrouwensmannen
benoemd dat tot taak had hem te adviseren bij de samenstelling van een
kiescollege belast met de samenstelling van een zgn. noodraad. Deze nood-
raad werd in zijn vergadering van 13 november 1945 geïnstalleerd. Van
dit vertrouwenscollege maakte de nestor van deze raad, de heer Reijnders,
deei uit, zodat hij vandaag zijn 12%-jarig jubileum viert als lid van de
raad. U begrijpt dat ik deze gelegenheid aangrijp om hem hiermede zeer
hartelijk geluk te wensen. De heer Reijnders heeft mij eens gezegd, dat
hij in zijn leven eigenlijk nooit een jubileum heeft kunnen vieren. Dit
eerste jubileum mijnheer Reijnders dat U thans moogt vieren is een zeer
bijzonder jubileum. Gij waart geroepen om de publieke zaak te dienen het-
geen gij met liefde hebt gedaan ondanks dat het vervullen van deze taak
veel van de persoon vergt. Gij hebt U in deze 12% jaar volkomen voor
het lidmaatschap van de raad ingezet. Wel hebt gij dat niet altijd gedaan
op de wijze zoals wij dat verwacht hadden want gij hebt u wel eens laten
verleiden om uit politieke overwegingen dingen te zeggen die bij nadere
beschouwing misschien niet zouden zijn gezegd. In ieder geval hebt u zich
in de afgelopen periode gewijd aan het belang van deze gemeente. Uit
naam van het gemeentebestuur wens ik U daarmede van harte geluk, u
tevens dankend voor hetgeen gij voor de gemeente Heemstede hebt gedaan.
Ik moge dit vergezeld doen gaan van een kleine attentie in de vorm van
een kistje sigaren. (applaus)
Er is echter nog een andere jubilaris in ons midden, nl. de heer van Lent.
Zoals ik in de notulen van de vergadering van 13 november 1945 heb ge-
lezen, is de heer van Lent toen, na hevige strijd, tot wethouder gekozen.
Ik behoef in deze kring niet nader te beschrijven welk een steunpilaar hij
voor ons allen is geweest en welk een grote en dankbare taak hij heeft
mogen verrichten.
Mijnheer van Lent, u hebt reeds langer dan 25 jaar zitting in deze raad.
U bent door onze Koningin benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nas-
sau. Nu komt hier thans nog bij het 12%-jarig wethouderschap. Ik ben
overtuigd te spreken uit naam van alle raadsleden en uit naam van de
grote aanhang die u in de gemeente hebt, wanneer ik u ten zeerste dank
voor de wijze waarop u het wethouderschap hebt vervuld. Ik kan nog
niet begrijpen dat indertijd uw benoeming tot wethouder zo moeilijk is ge-
gaan. De toen gedane keuze is echter een zeer goede geweest. Ik spreek
de hartgrondige wens uit dat u nog vele jaren uw werkkracht zult willen
geven aan het besturen van onze mooie gemeente. Hartelijk gelukgewenst
met dit jubileum en ook u bied ik hierbij een kistje sigaren aan. (applaus)
De heer Reijnders zegt:
„Ik dank de burgemeester recht hartelijk voor de welgemeende woorden
van lof die hij tot mij heeft gesproken. Mijn dank gaat ook uit naar mijn
mede-raadsleden. Zij toch hebben het mij mogelijk gemaakt om te kunnen
doen wat ik heb gedaan maar ook hebben zij mij wel eens bewogen na te
laten wat ik had willen doen. Ik geloof dat dit vandaag wel degelijk ge-
zegd moet worden.
Als oudste lid van de raad tot de heer van Lent sprekend, geloof ik met
de burgemeester dat de indertijd gedane keuze van de heer van Lent tot
wethouder, een zeer goede is geweest." (applaus)
De heer van Lent zegt:
,,Ik had met de burgemeester afgesproken dat hij dit jubileum van mij
zou laten rusten. Hij heeft echter deze gelegenheid aangegrepen om dit
jubileum nog even te memoreren. Ik zeg de burgemeester dank voor de
buitengewoon hartelijke woorden welke hij tot mij heeft gesproken. Ook
breng ik de raad dank voor het applaus waarmede de gesproken woorden