29 mei 1958.
98
gerealiseerd kan worden. Uit de aard van de zaak geeft spreker aan dit
voorstel gaame zijn stem omdat een half ei nog altijd beter is dan een lege
dop.
De heer Scheer wijst er op, dat in de 2e alinea van het voorstel van bur-
gemeester en wethouders wordt gezegd: ,,Door een wijziging in het sub-
sidiebeleid der regering kon met de uitvoering van dit bouwplan tot nu
toe nog geen aanvang worden gemaakt." Spreker zou gaame van de wet-
houder de formulering van deze bezwaren vernemen.
Inzake de bouw van garages is spreker het niet eens met de heer Zeg-
waart. Spreker is van mening, dat, als de gemeente overgaat tot de bouw
van woningen ook voor een klein kwantum garages moet worden gezorgd
omdat daar de laatste tijd juist vraag naar is en deze vraag zelfs toe-
neemt. Nu garages kunnen worden gebouwd waarom dit dan niet gedaan.
Het argument dat het materiaal dat aan de garages wordt besteed dan
niet voor huizen beschikbaar is, gaat niet op, want dat materiaal kan toch
niet voor huizen worden aangewend want daar steekt de regering wel een
stokje voor.
De heer Zegwaart is van mening dat de heer Scheer een betoog houdt
over hetgeen spreker in een vorige vergadering heeft gezegd.
De Voorzitter zegt, dat de heer Zegwaart alleen gesproken heeft over de
inrichting van een paar garages tot dagwinkels, i.v.m. de daar bestaande
behoefte aan winkels.
De heer Scheer meent dat de ondergrond van het betoog van de heer Zeg-
waart toch was dat er voor de garages geen emplooi is en dat er daarom
winkels moeten komen. Maar spreker heeft dit dan blijkbaar verkeerd be-
grepen.
De heer Verspoor merkt op, dat in het uitbreidingsplan voor de Glip een
aantal winkels is geprojecteerd. Naar spreker heeft vernomen is er sprake
van geweest dat er echter meer winkels zouden komen. Spreker wii er
dan op wijzen dat aan de Glipperweg reeds verschillende winkeliers zijn
gevestigd die natuurlijk hopen dat door de uitbreiding der bebouwing een
mimer afzetgebied zal ontstaan. Bij het bepalen van het aantal daar te
bouwen winkels is hiermede rekening gehouden. Dat mensen in Haarlem
of Amsterdam gaan kopen zal men altijd wel blijven houden. Het is z.i.
niet nodig dat er aan de Glip méér winkels op velerlei gebied komen.
Spreker hoopt dat de wethouder wil bevestigen dat er niet meer winkels
zullen komen dan oorspronkelijk geprojecteerd.
De heer Mr. Zeelenberg zegt, dat door een wijziging in het subsidiebeleid
van de regering het plan voor de bouw van 101 woningen wordt vervangen
door een plan voor 54 woningen. Dit zijn allemaal zgn. woningwetwoningen.
Als spreker zich goed herinnert bestaat er voor particulieren de mogelijk-
heid om met premie van de overheid te bouwen. De aanvragen daartoe
moeten worden ingediend door een bemiddelend orgaan. Als zodanig is o.a.
toegelaten het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten waar deze gemeente
mee samenwerkt. Voor een dergelijke aanvrage is wel een warwmkel van
papieren nodig maar de regeling bestaat nog. Er bestaat dus een mogelijk-
heid dat er door particulieren, voor zelfbewoning, huizen worden gebouwd.
Hebben burgemeester en wethouders er wel eens aan gedacht om voor
deze subsidieregeling wat meer propaganda te maken Of is de procedure
zo ingewikkeld dat zij voor een gewoon mens eigenlijk haast niet meer te
volgen is?
De heer Reijnders meent dat de heer Zeelenberg die vraag zelf wel kan
beantwoorden. Een particulier kan nu eenmaal niet bouwen met goedkoop
geld. Zolang de rente zo hoog blijft is er geen sprake van dat enige aan-
nemer of particulier het initiatief tot dit soort bouw neemt.