125
26 juni 1958.
met in bepaalde gevallen een ontslagbevoegdheid van burgemeester en
wethouders, maar zij wordt ontslagen waarbij zij in bepaalde gevallen kan
worden gehandhaafd.
De Voorzitter zegt dat thans de raad kan besluiten om in een bepaald
geval en in een bepaalde categorie van gevallen de huwende ambtenares
met te ontslaan.
De heer Mr. Van Wijk, wethouder, zegt, dat burgemeester en wethouders
helemaal geen voorstel doen. Zij willen deze zaak laten zoals zij thans is
geregeld. J
De heer Mr. Zeelenberg constateert dat de heer Weijers dus niet hele-
maal duidelijk voor ogen staat hoe de situatie op het ogenblik is.
De heer Drs. Weijers zegt, volledig te zijn ingelicht.
De Voorzitter brengt vervolgens het voorstel van de heer Zeelenberg
în stemming, hetwelk wordt aangenomen met 108 stemmen.
Tegen het voorstel stemden de heren: Ir. Kooijmans, Drs Weijers Hop-
staken, Zegwaart, van der Linden, Dijkstra en de wethouders Mr van
Wijk en van Lent.
XVI. SCHOOLMELKV OORZIENING.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
Schoolmelkvoorziening.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hier-
mede kan verenigen, doch dat 1 lid van mening is dat de verstrekking van
schoolmelk na de grote vakantie moet worden hervat.
Mevr. van der Meulen zegt, dat burgemeester en wethouders in hun me-
mone van antwoord behorende bij de gemeente-begroting 1958 o.a. het
volgende zeggen: „Wij hebben kennis genomen van de uitlating van de mi-
nister van sociale zaken en volksgezondheid betreffende de schoolmelkvoor-
ziemng. Deze uitspraak is wel zeer in strijd met de mening van de Voe-
dingsraad, de Inspecteur van de Volksgezondheid en de schoolartsen. De
Voedmgsraad heeft kort geleden als zijn oordeel uitgesproken dat de
schoolmelk van evident belang is voor de lichamelijke en geestel'iike ont-
wikkelmg van het kind. De inspecteur van de volksgezondheid en de schooi-
artsen hebben zeer onlangs, naar aanleiding van een door ons ingestelde
enquete, unaniem sterk gepleit voor het behoud van de sehoolmelkvoor-
zrenmg Het komt ons voor, dat aan de hand van de deswege door de me-
msche deskundigen aan ons uitgebrachte adviezen, welke voor de raads-
leden bij de stukken ter inzage zijn gelegd, niet te lichtvaardig een einde
mag worden gemaakt aan de verstrekking van schoolmelk van gemeente-
W6g"G.
Nû wordt er door burgemeester en wethouders gesteld: ,dat onder de
deskundigen geen eenstemmigheid bestaat omtrent het nut van het melkge-
bruik op school." Men kan het spreekster toch moeiiijk kwalijk nemen dat
zij met over de vlotheid beschikt om deze ommekeer zonder nadere ge-
gevens mee te maken. Het is voor een leek erg moeilijk om een oordeel op
medisch terrem te kunnen vormen. Daarom heeft zij zich de moeite se-
troost om een zeer groot aantal medische rapporten van de laatste tiid dus
met van de oorlogstijd, door te werken en zij zou gaame zien dat ê'n de
raadsleden ên de leerkrachten zich de moeite getroostten om hier ook een
geruime tijd aan te besteden. Misschien zouden ze dan tot een andere ziens-
wijze komen en stellig niet met ongemengde gevoelens voor de afschaffing
van de schoolmelkverstrekking zijn.