151
31 juli 1958.
kan worden, zal het personeel in bepaalde omstandigheden daarvan ook
buiten het eigenlijke stookseizoen kunnen profiteren. Alleen al op deze
grond zou spreker het voorstel met algemene stemmen aangenomen wensen
te zien.
De heer Verspoor wijst er op, dat het hier gaat over de aanschaffing
van een nieuwe ketel ter vervanging van de oude die versleten is. De vraag
is nu of men weer een kolenketel zal aanschaffen of zal overgaan op een met
olie gestookte automatische installatie. Het zou haast onverantwoordelijk
zijn om nu met een oud systeem verder te gaan. Een oliestookinrichting
biedt vele gemakken terwijl de radiatoren en leidingen blijven zoals ze
zïjn. Indien er in de toekomst een nieuw politiebureau komt, dan is zo'n
oliestookketel met alles wat daaraan annex is, wel weer te gebruiken.
Spreker meent dat het verstandig zal zijn om, ondanks de meerdere kosten
over te gaan tot de aanschaffing van een oliestookketel.
De heer Mr. Zeelenberg zegt, dat het uitsparen van een stoker een ar-
gument vormt om over te gaan op een oliestookinrichting. Spreker gelooft
niet dat men later deze oliestookinrichting naar een ander nieuw pand zal
overbrengen. Die zal dan wel tweedehands verkocht worden.
De Voorzitter zegt, dat de oude ketel is versleten. Burgemeester en wet-
houders zijn van mening dat daarom thans beter overgegaan kan worden
op een oliestookinrichting omdat de bediening daarvan veel eenvoudiger
îs. Het argument van de heer Zegwaart wil spreker nog eens onderstrepen.
Mocht er over enige jaren een nieuw politiebureau gebouwd kunnen worden
dan zal het toch wel niet zo zijn dat het oude zal worden afgebroken
Dat zal wel een andere bestemming krijgen en dan houdt de verwarmingsin-
stallatie zijn volle waarde. Het overbrengen van de ketel naar een nieuw
gebouw zal wel op grote moeilijkheden stuiten.
De heer Dijkstra vraagt of de oliestookinrichting met weinig kosten zal
zijn om te bouwen tot een kolenketel. Hij vraagt dit in verband met even-
tuele moeilijkheden met de olievoorziening.
De oorzitter antwoordt, dat praktisch alle oliestookinrichtingen ziin om
te bouwen voor het stoken met kolen.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gcb lclQ
XVII. SUBSIDIE AAN DE DIACONIE DER HERVORMDE
GEMEENTE TE HAARLEM VOOR INTERNE
KRAAMVERZORGING.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
105. Subsidie voor interne kraamverzorging aan de Diaconie der
Hervormde Gemeente te Haarlem.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de volksgezondheid
zich hiermede kan verenigen.
De heer Zegwaart schaart zich van ganser harte achter dit voorstel maar
vraagt zich toch af waarom deze aanvrage zo laat is ingediend TUssen-
trjds mgekomen subsidieaanvragen worden altijd aangehouden tot de vol-
gende begroting, hetgeen spreker op deze aanvrage echter niet wil toe-
passen.
De heer van Houten, wethouder, antwoordt, dat indertijd een dergelijke
verzoek om onbekende redenen is afgewezen. Nadien zijn soortgelijke ver-
zoeken echter toegestaan waarom burgemeester en wethouders het billijk
oordelen dat thans aan dit verzoek voldaan wordt.