31 juli 1958.
154
terwijl verder werd gezegd dat van het gezondheidshuis minder gebruik
wordt gemaakt dan vroeger. Of er aanleiding was om het jubileum te
vieren daarover heeft spreker geen oordeel. Hij had echter wel de indruk
dat van de diensten in het gezondheidshuis een behoorlijk gebruik ge-
maakt werd. Spreker zou daarover gaarne nader worden ingelicht. Voorts
zou hij gaarne zien dat de pessimistische voorlichting die gegeven is, van
de zijde van de gemeente in het openbaar werd rechtgezet.
De heer Reijnders zegt, dat het nu ruim 25 jaar geleden is dat dit lof-
felijk instituut op initiatief van Dr. Droog werd gesticht. Ieder die voor
de sociale volksgezondheid voelt heeft dat toegejuicht. En zeker werd dit
toegejuicht door wijlen sprekers collega Disselkoenj die veel voor de
uitbreiding van het gezondheidshuis heeft gedaan. Dit instituut had een
dermate goede reputatie dat het de gemeente Zierikzee ten voorbeeld werd
gesteld. Voor een gezondheidshuis pleegt men geen reclame te maken
zoais voor een poffertjeskraam. Toch gelooft spreker dat het van bur-
gemeester en wethouders niet goed gezien is om dit jubileum zonder meer
voorbij te laten gaan, omdat daarin aanleiding had gevonden kunnen
worden om de gemeentenaren nogmaals in kennis te stellen van wat in het
gezondheidshuis gebeurt. Over het bezoek aan het gezondheidshuis heeft
spreker zijn licht opgestoken bij de daar werkzame zusters en niet bij één
maar bij meer dan een. Zij beweerden dat het bezoek niet vooruit ging.
Over het aangehaalde artikel in Haarlem's Dagblad wil spreker niets zeg-
gen. De schrijver daarvan, die spreker niet kent, heeft precies dezelfde
conclusie getrokken als spreker n.l. dat het bezoek niet denderend vooruit
gaat. Hij zegt het nog wat scherper, n.l. dat het achteruit gaat. Hoe de
schrijver tot die conclusie gekomen is, weet spreker niet. Naar sprekers
mening moet men de gang van zaken in het gezondheidshuis wel degelijk
in het oog houden.
De heer van Houten, wethouder, is blij dat deze vraag gesteld is, omdat
het artikel dat in de Oprechte Haarlemse Courant heeft gestaan een vol-
komen onjuiste voorlichting aan het publiek geeft. Spreker neemt daar
dan ook zeer sterk stelling tegen.
Men kan natuurlijk van mening verschillen of het 25-jarig bestaan van
het gezondheidshuis met de nodige luister gevierd had moeten worden Het
staat iedereen vrij om daar al of niet wat aan te doen.
Door de schrijver van het artikel wordt aan de hand van volkomen on-
juiste gegevens een tanende belangstelling voor het gebruik van het ge-
zondheidshuis gesuggereerd. Deze aantijging gaat niet alleen het gemeen-
tebestuur aan maar ook de doktoren. De schrijver van het artikel heeft
wel de moeite genomen om stukken van 25 jaar geleden te raadplegen,
maar als hij de moeite genomen had om stukken van recente datum nâ
te lezen, zoals de memorie van antwoord behorende bij de begroting 1958,
dan had hij onder volgno. 32 de volgende vraag kunnen lezen:
„Het was een der leden bekend, dat het bezoek aan de in het gezond-
heidshuis zitting houdende specialisten zeer uiteenliep. Het was dit lid
ter ore gekomen, dat enkele dezer artsen er de voorkeur aan gaven de
patiënten op hun spreekuur thuis te laten komen. Wordt er, zo vroeg dit
lid, door burgemeester en wethouders invloed uitgeoefend om dit laatste
tegen te gaan Dit lid zou het n.l. op prijs stellen, indien het gezondheids-
huis zo intensief mogelijk werd gebruikt".
Het antwoord daarop luidde:
,,Ook ons college streeft er naar het gezondheidshuis zo intensief mogelijk
te doen gebruiken. Niet ontkend kan inderdaad worden, dat het bezoek
aan de aldaar zitting houdende specialisten nog al uiteenioopt. Voor zover
dit in ons vermogen ligt trachten wij dit bezoek te stimuleren. Wanneer wij